Eigen reactie op parlementsverkiezingen
Allereerst een korte persoonlijke reactie op de verkiezingsuitslag. Ik ben blij met de uitslag. De samenstelling van de nieuwe doema is bijna identiek aan de vorige. Vier partijen hebben de kiesdrempel van 7% gehaald. Voor Rechtvaardig Rusland was het kantje boord. Mijn sympathie gaat uit naar deze partij , omdat zij proberen op een constructieve wijze oppositie te voeren, d.w.z. zij onderschrijven de machtsorde, genaamd Poetin, maar concurreren qua partijprogramma met Verenigd Rusland en de andere partijen. Hopelijk laten de Communisten in de loop van deze vier jaar hun ideologische barrières vallen en ontstaat er een kleine maar effectieve sociaal georiënteerde oppositie in het parlement.
Bij het vormen van een oordeel over deze verkiezingen is het belangrijk twee zaken te scheiden. (1) Het overwicht van Verenigd Rusland in de media, deels dankzij de steun van president Poetin. En (2) de cultuur van lokale patronagenetwerken.
(1) Het overwicht van VR en Poetin in de media is een logisch gevolg van de positie die zij in de afgelopen 4 jaar gespeeld hebben. De 'democraten' vertellen de westerse media graag dat zij geen aanhang hebben, omdat zij door de media genegeerd worden. Dit is echter een omgekeerde redenering. Niemand is geheel van de buis verbannen. Hun ideeën slaan gewoon niet aan. De media geeft proportioneel meer aandacht aan grote partijen en publieke figuren en dat is vele andere democratieën ook niet vreemd. Ook Rechtvaardig Rusland's Mironov kreeg op de laatste dag niet de zendtijd die de lijsttrekkers van VR, KPRF en LDPR wel kregen. Hij heeft de kiesdrempel echter wel gehaald. Calimero's redden het niet in de Russisch democratie.
Voorts heeft de keuze van Poetin om zich te verbinden aan de VR partij een grote stempel op de campagne gedrukt. Qua uitslag denk ik overigens dat deze invloed wel mee valt. Meer dan 10% zal het echt niet schelen. Over het gevolg van deze beslissing van Poetin is nu nog weinig te zeggen. Gebruikt hij het verkregen mandaat om zich krampachtig vast te houden aan de eigen machtspositie, of gebruikt hij zijn steun bij de bevolking om straks onder de nieuwe president de invloed van bijvoorbeeld het parlement op de regering te vergroten? Een antwoord op deze vraag komt er op z'n snelst pas in de loop van het volgende jaar.
(2) De cultuur van patronagenetwerken ligt ten grondslag aan de meeste berichten van overtredingen van de kieswet. Dit zijn (a) kleine baasjes die de grote baas een plezier willen doen. Wanneer de grote baas zegt dat ze voor de partij campagne moeten voeren, voeren zij campagne op de manier zoals zij dat zelf kennen. (b) Arbeidscollectieven kennen het patroon van stemmen op de partij van hun baas, de hand die hen voedt. En (c) relaties tussen opdrachtgever en aannemer. Bedrijven die diensten verzorgen voor grote bedrijven of lokale overheden kunnen worden gedwongen om niet mee te werken aan de verkiezingscampagnes van ongewenste partijen.
Voordat dit verandert, zal er nog veel water door de Wolga stromen. Wellicht komt verandering niet eens zozeer vanuit praktische ervaringen met verkiezingen, laat staan normatieve ideeën over de democratie, als wel geleidelijke veranderingen in werkrelaties, de verhoudingen tussen werkgever en werknemer, opdrachtgever en aannemer en lokale overheid en ondernemer.
Er zijn stemmen die roepen dat het aantal overtredingen van de kieswet dit maal buitensporig groot was. Gelet op de bestaande patronagecultuur waarvan overigens de KPRF en de SPS zelf goed gebruik van maken, lijkt me dit overdreven. Ik kan me echter wel voorstellen dat de consolidatie van VR in het politieke bestel en het wortelen van de partij in de samenleving leidt tot een toename van het gebruik van de patronagecultuur. Dit is de keerzijde van de ontwikkeling die de partij doormaakt. Wanneer er (naast de KPRF) een grote politieke partij verschijnt die een beetje vorm begint te krijgen, brengt dat zowel positieve als negatieve elementen met zich mee. Ook hier zie ik de oplossing vooral in de emancipatie van de burger en in mindere mate in het ontstaan van politieke concurrentie. Politieke concurrentie, zo liet de opkomst van Rechtvaardig Rusland dit jaar zien, geeft alleen maar meer aanleiding voor druk via patronagenetwerken.
Ik vind het een mooie uitslag. De reguliere westerse media lijkt die mening niet te delen. Wellicht weer een gevolg van te hooggespannen verwachtingen, denk ik dan. Democratie is geen verworvenheid die bereikt kan worden, geen prijs die toegekend kan worden door de OVSE. Het is een langdurig proces dat gekenmerkt wordt door de culturele context waarin het zich afspeelt. Broederlijke controle vanuit andere democratieën is een goede zaak. Kritiek, die gebaseerd is op het idee dat er universele democratische standaarden bestaan, bewaakt door een kerngroep van westerse democratieën, werkt echter averechts. Voorts twijfel ik sterk of verkiezingen wel het beste moment zijn op de kwaliteit van een democratie in een land te meten. De 'hit en run' betrokkenheid van onze publieke opinie is wat dat betreft verre van ideaal.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik de berichten in de Russische maandagkranten. De negatieve reacties uit het westen worden breed uitgemeten. Het beeld ontstaat dat het westen niet daadwerkelijk geïnteresseerd is in Rusland en slechts met het vingertje wil wijzen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?