6/3/08

Extra overheidsuitgaven

“In de 20 dagen dat hij premier is heeft Poetin de overheidsuitgaven voor 2008 verhoogd met een snelheid van 6 miljard roebel per dag”, schrijft Kommersant. De verkiezingsbeloften zijn omgezet in extra uitgaven van 120,4 miljard. Dit is ongeveer 2% extra ten opzichte van de totale uitgaven voor 2008 van7.022 miljard. Daarbij rekent het Ministerie van Financiën dit jaar nog steeds op een overschot van 1.943,7 miljard, aldus Rossiiskaja Gazeta.

Volgens Koedrin brengen de extra uitgaven het voornemen om de inflatie tot maximaal 10,5% te beperken niet in gevaar. Het extra geld zou niet uit olieopbrengsten (export), maar uit de reële economie komen, citeert Kommersant. Volgens Rossiiskaja Gazeta is 111,7 miljard vrijgekomen door een herberekening van de staatsschuld naar de huidige roebelkoers. De rest zijn niet uitgegeven middelen voor inmiddels afgeronde programma’s.

Voorts is er goed nieuws vanuit de Centrale bank. Daar zegt men dat het geld in omloop(M2) op 1 mei 2008 met slechts 33% is gegroeid ten opzichte van dezelfde datum in 2007. In heel 2007 kwam deze waarde nooit onder de 47%, aldus Koedrin.
Er gaat 8,9 miljard naar de behuizing van oorlogsinvaliden en slachtoffers van WO2. Voor dezelfde groep wordt 4,4 miljard uitgetrokken voor vervoerskosten of een vervangende financiële compensatie. 4,8 miljard wordt besteed aan de recent door Medvedev aangekondigde verhoging van uitkering voor mensen, die vanwege de zorg voor invaliden en bejaarden zelf niet kunnen werken.

Voor sociale programma’s, gezamenlijk uitgevoerd met de regionale overheden, komt een extra 19 miljard beschikbaar.

De landbouw krijgt een extra 49,5 miljard roebel, waarvan 31,5 miljard naar de Rosselchozbank voor het maken van interventies op de graanmarkt. De veehouderij krijgt de rest in de vorm van subsidies.

Er wordt 14,2miljard uitgetrokken voor het betalen van schadeclaims; 5 miljard aan burgers en de rest aan militairen. Deze schadeclaims hebben zich sinds het begin van de jaren ’90 opgehoopt.

Tien miljard wordt gereserveerd voor leningen aan ander landen. Uiteraard in ruil voor contracten met het Russische bedrijfsleven.

Er gaat 39 miljard extra naar ‘Olimpstroi’, het overheidsbedrijf dat de voorbereidingen op de Winterspelen in Sotsji coördineert. Het geld gaat naar zeggen naar de bouw van infrastructurele projecten, maar de journalisten denken dat het meeste geld nodig is voor het opkopen van de grond onder de Olympische objecten.
Voorts wordt er naast de genoemde 120 miljard nog geld extra geld uitgegeven aan ‘budgettaire investeringen’, voor zover ik het goed begrijp middelen, die voor het volgende jaar ingepland stonden: 37,6 miljard voor sociale steun aan specifieke groepen burgers, 29,9 miljard voor een verhoging van salarissen en 19,7 miljard voor het ministerie van defensie ter compensatie van hoge prijzen voor diesel en benzine, alsmede voor nieuwe uniformen.

Applaus voor Tjsoebais

Rossiiskaja Gazeta en Ekspert schrijven over het naderende einde van elektriciteitsmonopolist RAO UES. De opwekkingscentrales komen straks in handen van verschillende eigenaren, zoals Gazprom, Mosenergo, Norilsk Nickel, KES, Soeek, Loekoil , het Italiaanse Enel, het Duitse EON en het Finse Fortum. Hierbij zijn de centrales zo over de portfolio’s verdeeld dat er geen regionale monopolisten kunnen ontstaan. De overheid zou nog voldoende middelen in handen hebben om herverdeling van activa met dat doel te voorkomen.

Volgens Rossiiskaja Gazeta is de opdracht vervuld; “een elektriciteitsmarkt, die massale private investeringen aantrekt.” Men verwacht dat er tussen 2008 en 2012 40 gigawatt capaciteit wordt bijgebouwd (tweemaal zoveel als er nu in Nederland wordt verbruikt) en er 4,3 triljoen roebel in de elektriciteitscentrales wordt geïnvesteerd.

De volgende stap is het vrijgeven van de prijzen. Voor het bedrijfsleven gebeurt dit per 1 januari 2011. Voor de burger pas in 2014. Een tweede artikel van Ekspert merkt op dat alleen politiek spel rond deze termijnen de investeerder kan verstoren.
“Tsjoebais gaat minstens twee jaar uitrusten”, aldus Ekspert. Het tijdschrift brengt in herinnering dat het woord ‘hervormer’ en de achternaam van Tsjoebais al sinds tijden als scheldwoord worden gebruikt. “En niet alleen onder verstokte communisten, maar ook onder liberalen van het zuiverste water.”

Nu krijgt toch ook Tsjoebais welgemeend applaus: “Maar voor wie het vergeten is in welke toestand deze sector zich tien jaar geleden bevond, is het voldoende de krantenkoppen uit de tijd te bekijken: achterstallige betalingen, gebrek aan brandstofvoorraden, dreigende faillissement voor tientallen elektriciteitscentrales, stakingen en bevroren steden. Tsoebais en zijn team hebben – zo lijkt het – het onmogelijke gedaan: aantonen dat de marktverhoudingen effectiever zijn dan overheidsmonopolies. Dit is een unieke ervaring voor ons land, dat de laatste jaren een tegenovergestelde koers insloeg.”

Consumptie-industrie

Ekspert schrijft dat ‘net als tien jaar terug de eigen Russische bedrijven het verliezen van de import’. In de loop van het artikel wordt het duidelijk dat de cijfers enigszins vertekend zijn omdat veel grote Russische merken nu kiezen voor outsourcing van hun productie.

Het afgelopen jaar verdubbelde de verkoop van buitenlandse goederen, een groei die sinds de jaren ’90 niet meer zo hoog is geweest. De import groeit niet alleen in die marktsectoren, waarin buitenlanders al lange tijd geïnteresseerd zijn, zoals kleding en cosmetica, maar ook in gebieden waar de Russische producenten de laatste tijd domineerden, zoals meubelen en werkkleding.

“In de jaren ’90 kwamen alle consumentengoederen uit het buitenland: kleding, speelgoed, worst, schoenen, televisietoestellen etc. Meer dan 90% van de consumentmarkt was import. Na de financiële crisis van ’98 lieten vele buitenlanders Rusland enkele jaren met rust. Zo ontstond er een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van Russische bedrijven.” Voorbeelden zijn cosmeticabedrijf Kalina, schoenenfabriek Ralf Ringer, meubelgiganten Sjatoera en Katjoesja, textielbedrijven Roesskii Tekstil en Vostok-Servis.

“Vanaf 2006 neemt de concurrentie op de consumentenmarkt sterk toe. Spelers uit de meest verschillende hoeken van de planeet haasten zich naar Rusland. Daarbij is het niveau van deze bedrijven veel hoger dan de eerste golf van import in de jaren ’90. Sinds 2002 is het aantal buitenlandse bedrijven op de Russische cosmeticamarkt vervijfvoudigd.”

“Stijgende onkosten maken het voor Russische bedrijven erg moeilijk om met de import te concurrenten. De grondstoffen en halffabricaten voor de meerderheid van de consumentengoederen worden niet in Rusland geproduceerd en de importheffingen zijn hoog. Bovendien krijgen bijvoorbeeld veel buitenlandse textielproducenten staatssteun in eigen land.”

Joeri Jablokov, CEO van Nordteks, klaagt over de hoge prijzen voor katoen. “Voor de Aziatische bedrijven, die zelf katoen produceren en die ook nog eens staatssteun krijgen, blijven de katoenprijzen gelijk”. “De kosten voor elektriciteit en huur hebben in het laatste jaar de kosten voor Russische bedrijven met 30% verhoogd”, zegt consulente Viktoria Didovitsj. Daarbij is er de in waarde stijgende roebel, waardoor geïmporteerde goederen relatief goedkoper worden. En volgens Andrei Berezjnoi maakt de overheid de fout door de lonen te verhogen en daarbij de arbeidsproductiviteit te negeren.

De stijgende kosten dwingen Russische bedrijven om hun productie te verplaatsen naar goedkopere landen. “Naaien is niet langer lonend in Rusland”, zegt Maria Smortsjkova van een associatie voor bedrijven in de mode-industrie. De grote Russische merken produceren hun collecties in China of Turkije en de duurdere merken in Oost-Europa. De groei van import uit China komt overeen met de groei van ketens, die voor outsourcing kiezen, ongeveer 40 tot 45%.

Ekspert noemt nog een reden voor de verslechterende concurrentiepositie van de Russische bedrijven; Rusland zou geen ‘nationale consumptiestijl’ hebben, geen modellen voor een nieuwe ‘cultuur van het Russische leven’. Uiteraard is het de overheid, die de schuld krijgt, omdat het de Russische producenten niet ‘opmerkt’, iets wat deels waar is, maar ook omdat het niet voldoende inhoud zou geven aan een ‘nationale identiteit’. “Omdat er in Rusland nog geen ‘materiële symbolen van het nieuwe leven’ ontstaan zijn, zou de consument wel 20% meer willen betalen voor een geïmporteerd product van vergelijkbare kwaliteit”, stelt Ekspert.

“De hoop verbonden aan de eerste termijn van Poetin is vervlogen”, zo zou de ondernemer steeds vaker zeggen. Veel bedrijven laten geen groei meer zien of groeien in veel mindere mate dan in voorgaande jaren. Als laatste voorbeelden worden drie kledingmerken genoemd; Pervomaiskaja Zarja, FOSP en Gota. De productie van hun collecties hebben zij verplaatst naar China. FOSP vervaardigd nog wel dienstkleding in Rusland.

Het artikel lobbiet overduidelijk voor staatsteun voor met name de kledingindustrie. Dergelijke staatsteun wordt wereldwijd verleent aan bedrijfstakken, die eeuwen of ten minste decennia vervlochten zijn met de nationale identiteit, werkgelegenheid in stand houden of in het geval van Europese boeren een belangrijke rol spelen in stabiele voedselvoorziening. De observatie van de afwezigheid van een eigen nationale ‘consumptie’ identiteit, zegt voldoende. Iets wat er niet is, krijgt ook geen prioriteit om in stand te worden gehouden. Boven aan het lijstje staan nu de defensie-industrie, scheepsbouw, de luchtvaart en de landbouw.

Veehouderij

De landbouw krijgt wel overheidssteun. Zeker nu de schuldvraag over de recente inflatiepiek grotendeels wordt doorverwezen naar prijsschommelingen op de wereldmarkt, groeit de roep om een ‘onafhankelijke’ voedselvoorziening.
Ekspert interviewt Moesjeg Mamikonjan, de president van de Russische Vleesunie. Ook in deze branche lijkt er een einde te komen aan een reeks goede jaren. In de jaren 2005 en 2006 steeg het aantal stuks slachtvee en slachtkippen met 14,4%. Voor de jaren tot 2012 wordt er een jaarlijkse groei van 5% voorspelt. Veel boerenbedrijven stellen hun plannen bij, aldus Ekspert. Men rekent nu op lagere groeipercentages en een langere terugverdientijd van investeringen.

Stijgende prijzen voor met name voeder, elektriciteit en gas hebben de productiekosten voor vleesproductie met 50 tot 60% doen groeien. Omdat het vlees in de winkelschappen moet blijven concurreren met geïmporteerde producten, stijgen de verkoopsprijzen nauwelijks en zijn het de boerenbedrijven, die de zwaarste klap opvangen. Ekspert noemt cijfers, die aantonen dat de groei van het stuks vee dit jaar driemaal lager ligt dan in dezelfde drie maanden van het voorgaande jaar.

“De eerste prioriteit ligt bij de pluimvee-industrie”, zegt Mamikonjan. Kip is het meest goedkope stuk vlees en heeft daarmee een belangrijke sociale functie. Daarnaast is het veel eenvoudiger om de productie in een kippenhouderij te moderniseren als in bijvoorbeeld een varkenshouderij. Op dit moment kunnen alleen bekende Russische merken zoals Petelino en Elinar concurreren met de goedkope import. Daarom moeten de veehouders de overheidssubsidies ook kunnen gebruiken voor marktonderzoek, reclame en promotie. Overigens is het niet zo dat geïmporteerd vlees een betere naam heeft. “Russische consumenten hebben een voorkeur voor eigen producten. Dat is overigens zo in elk land. Zelfs binnen regio’s zijn er voorkeuren.”

Mamikonjan vindt dat de overheid te weinig doet voor de eigen veehouderij. Instrumenten zoals importheffingen, importquota en een extra compensatieheffingen voor bijvoorbeeld gesubsidieerde EU producenten worden te weinig ingezet. Dit komt naast de stroperige besluitvorming ook door verplichtingen die Rusland in het kader van WTO toetreding aan is gegaan. Toetreding tot de WTO komt voor de vleesindustrie te vroeg. “Op dit moment hebben we te weinig ‘supermoderne’ bedrijven die met het buitenland kunnen concurreren. Met de tijd zal dit aantal groeien.” “Toen de markt met enorme snelheid groeide, was er plaats voor een harmonische ontwikkeling van zowel de import van vlees als de eigen productie. Deze tijd is echter voorbij. De marktgroei is er nog, maar is afgenomen. Onder deze omstandigheden moet de import worden beperkt.”

De markt voor kippenvlees blijft overigens wel groeien, denkt Mamikonjan. “In Sovjettijden werd er veel rundvlees geproduceerd. Dat was ineffectief. Sinds de perestrojka oriënteren we ons op westerse ervaring en geven we de voorkeur aan kippenvlees. Terwijl kippenvlees nu 30% van de markt inneemt, zal dat over enkele jaren 40 tot 45% zijn.”

Er is veel wantrouwen richting de supermarktketens: “Nog 6 of 7 jaar en de ‘ketens’ zullen prowesters zijn; Dan nodigen ze hun Poolse en Europese partners uit, die hun van vlees voorzien.” “Hoe kan het zijn dat alle ketens rendabel zijn? Waarom gaan er geen ketens failliet, maar wel vleesfabrieken? Theoretisch is het onmogelijk dat ze allemaal effectief werken.”

Ook Mamikonjan toont zich een voorstander van voedselbonnen voor bijvoorbeeld graanproducten, zodat minima extra geld hebben voor een stuk vlees.

Kort sociaaleconomisch nieuws

Minister Golikova zegt dat de pensioenen per 1 augustus ongeveer met 15% omhoog gaan. Het precieze percentage wordt pas berekend wanneer de laatste inflatiecijfers bekend zijn. De regering praat over steun voor de ondernemer. In Moskou werd er een forum georganiseerd. Door alle proefballonnetjes heen zie ik geen blauwe lucht niet meer. Het parlement heeft een technische reglement voor melkproductie aangenomen. Melk op basis van melkpoeder mag straks niet langer de naam melk dragen, maar zal worden verkocht als melkdrank. Het stimuleren van de eigen melkproductie is goed, toch is het volgens experts een illusie dat het land het hele jaar door van de eigen koeien kan leven. Daarvoor zijn de seizoensverschillen te groot en de noordelijke provincies te afgelegen van de veehouderijcentra. De beurskoeren van de RTS groeiden tussen 7 en 16 mei met 17,25%. Vooral aandelen van oliemaatschappijen doen het goed in het licht van de stijgende wereldprijzen en de beloofde belastingverlagingen. Men verwacht straks eerst een lichte correctie en vervolgens de gang naar de 2800 punten aan het einde van het jaar. Dat zou een groei van nog eens 8% betekenen. Minder voorzichtige prognoses voorspellen voor december 2008 een doorbraak van de grens van de 3000 punten.

Liefdadigheid

Ekspert publiceert een interessant artikel over liefdadigheid, “een nauwelijks bestudeerde en slecht begrepen industrie met een budget van miljarden dollars.”
Het verhaal van een vrouw, die wordt gegrepen door de slechte omstandigheden in een huis voor pleegkinderen en geld inzamelt onder allereerst vrienden en vervolgens cliënten van haar schoonheidssalon illustreert drie kenmerken van de Russische liefdadigheidsindustrie:

Het eerste kenmerk is een voorkeur voor kindertehuizen en arme kinderen in het algemeen. Materiële hulp aan een ongelukkig kind is het ideale instrument. In tegenstelling tot langdurige projecten, levert wat speelgoed onmiddellijk een blij gezicht en emotie, waardoor de schenker zich even een tovenaar waant. Materiële hulp aan kindertehuizen lost echter niet het probleem van de weeskinderen op, maar onderhoudt het slechts. Veel belangrijker zijn de structuren, die weeskinderen helpen om een gast- of pleeggezin te vinden.

Het tweede kenmerk is het gebrek aan vertrouwen in liefdadigheidsinstellingen en de resulterende wens om rechtstreeks hulp te bieden. Tijdens een onderzoek zegt 39% van de ondervraagden niemand behalve zichzelf te vertrouwen. Liefdadigheid is voor hen iets om op eigen houtje te doen. 10% geeft geld aan professionele niet-commerciële organisaties en 15% schenkt aan een kerk of een andere religieuze organisatie.
Het derde kenmerk is het gebrek aan overzicht en transparantie. Informatie is er wel. Tien minuten op het internet geeft toegang tot tientallen organisaties, maar welke van hen zijn te vertrouwen?

Het artikel vergelijkt vervolgens de liefdadigheid in Rusland met die in de Verenigde Staten. In de VS bestaat 80% van de liefdadigheid uit private giften verstrekt via instellingen. In Rusland groeit dit percentage, maar ligt volgens de meest optimistische schattingen niet hoger dan 20%. De rest zijn vooral buitenlandse beursen en contributies van grote bedrijven.

De ontwikkeling in de private giften zit in inzamelingsacties van regionale televisiezenders van bijvoorbeeld Tomsk en Jekaterinenburg, internetacties voor operatiekosten voor zieke kinderen en acties die door de werkgever worden georganiseerd.

Toch ziet het artikel vooral toekomst in meer ontwikkelde vormen van liefdadigheid zoals een endowmentfonds, dat bijvoorbeeld gebruikt wordt in het recente in het nieuws gekomen ziekenhuis in Taroesa. Daar worden de medicijnen en de salarissen van de dokters betaald uit de renteopbrengsten van een endowmentfonds. Dit fonds staat geregistreerd in de Verenigde Staten, omdat het werd opgericht op een moment dat de Russische wetgeving nog geen belastingvoordelen kende voor dergelijke structuren. Sinds januari 2008 is dit wel het geval en zijn er inmiddels tien fondsen geregistreerd, voor bijvoorbeeld de Moskouse Staatsuniversiteit voor internationale verhoudingen, de Tretjakov Galerij en de Europese Universiteit in Sint Petersburg.

Voortbordurend op het schandaal rond het ziekenhuis in Taroesa, introduceert het artikel vervolgens een vierde kenmerk van de Russische liefdadigheid; de sterke afhankelijkheid van private initiatieven van de overheid. “Aan de ene kant kunnen private activiteiten zich alleen ontplooien in sectoren, die door de overheid worden aangemoedigd. Daarom bestaan mensenrechtenorganisaties voor een groot deel op basis van veelal buitenlandse grants. Aan de andere kant vervagen lokale overheden de grens tussen fundraising en afpersing door het bedrijfsleven te dwingen om sociale projecten te financieren. Daarbij is meer dan de helft van de Russische bevolking van mening dat het de overheid is, die zich bezig moet houden met liefdadigheid.

Voorbeelden van succesvolle samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en de lokale gemeenschap zijn er ook. Bekend is de lokale gemeenschap van de stad Toljatti, gebaseerd op het westerse model van community foundations. Een fonds bestaande uit giften uit het bedrijfsleven, financiert lokale projecten met microkredieten.

Er is onder de bevolking veel wantrouwen jegens het grote geld. Liefdadigheid van ‘oligarchen’ wordt sinds de zaak Joekos gezien als zelf PR, het afkopen van zonden of het ontduiken van belasting. Onterecht, vindt Ekspert. Zo haalde Viktor Vekselberg het nieuws met de aankoop van een Faberge ei, maar weten zeer weinigen iets van zijn stichting, die zich bezig houdt met de zorg voor psychiatrisch zieken. Angstig voor negatieve publieke reacties, verkiezen veel ‘weldoeners’ de stilte, aldus Ekspert. Bovendien is de ‘oligarchische’ liefdadigheid veel beter ontwikkeld, dan de initiatieven van individuen en kleine bedrijfjes. Liefdadigheid is meer dan een herverdeling van middelen. Goed gebruikt wordt het een instrument voor de ontwikkeling van de sociale sector, concludeert Ekspert.

Salarissen

‘De waarheid over salarissen’ kopt Ekspert boven een artikel over een eigen onderzoek naar de netto salarissen van 30 populaire beroepsgroepen. Het artikel merkt op dat de meerderheid van de ondervraagden tevreden is met de hoogte van het loon en het de betaling adequaat vindt in vergelijking met het geleverde werk, maar stelt ook dat ”deze constatering in schril contrast staat met de mening van de experts, volgens wie de huidige Russische salarissen een afspiegeling zijn van de monsterlijke wanhoudingen in de ongezonde sociale en economische structuur van de maatschappij, en waardoor wij binnenkort door een lonencrisis zullen worden getroffen.”

“Een jaar geleden passeerde de verhouding tussen de arbeidsbetalingen en het Bruto Binnenlands Product het percentage van 50%. Na de financiële crisis van ’98 bereikte dit percentage het minimum van 36,3%. In ontwikkelde landen ligt het percentage boven de 60%. We bevinden ons dus op een niveau van zich ontwikkelende consumptiemaatschappijen. Dat betekent echter ook dat er zich negatieve trends voordoen. Ten eerste nemen de loonkosten voor het bedrijfsleven toe en levert dat met name die sectoren die geen extreme winsten maken flink wat kopzorgen. Ten tweede, stimuleert een salarisverhoging niet langer tot een verhoging van de arbeidsproductiviteit.”

“We hebben het trauma van de jaren ’90 redelijk snel uit onze sociale herinnering verdrongen. Toen waren velen bereid op twee of drie plaatsen tegelijk te werken en ontstond de fantastisch mobiele en energieke beweging van sjacheraars (tsjelnoki). Sinds die tijd is de externe druk en stress aanzienlijk afgenomen, waarmee ook de motieven van het leger van loonarbeiders is veranderd. We hebben echter nog geen postindustriële consumentenmaatschappij . De verschillen in levenskwaliteit en comfort met onze Europese buren is nog steeds kolossaal.”

“De huidige tegenstrijdigheid tussen het maatschappelijke ‘alledaagse leven’ en het maatschappelijke bewustzijn kan worden geïllustreerd met het volgende paradox: Aan de ene kant blijft onze arbeidsmentaliteit archaïsch, zoals in het industriële tijdperk; Het strekt het zich niet verder uit dan de wens om een normaal niveau van overleven te ondersteunen. Aan de andere kant is ons vertrouwen in een stabiele economische welvaart net zo hoog als in postindustriële landen. Oftewel, hoewel we het tijdperk van nieuwe arbeidsverhoudingen nog niet hebben bereikt, merken we al wel de nadelen van de welvaartsmaatschappij.”

Vladimir Gimpelson is een van de in de inleiding genoemde experts. Hij vat de mechaniek van de loonstijgingen samen: “De prijzen voor olie en gas stijgen. De producenten van deze goederen maken de sier en verhogen de salarissen van hun werknemers. De overheid krijgt meerbelastinginkomsten en begint de lonen van de ambtenaren te verhogen. En uiteindelijk moeten ook de sectoren zonder extreem hoge winsten in deze salarisrace worden opgenomen. Onze lichte industrie, bijvoorbeeld, is helemaal niet concurrerend, maar wanneer de salarissen niet verhoogd worden, dan verlies je als werkgever al je arbeiders. Volgens de statistieken heeft de productie van auto’s en apparatuur de laatste 5 tot 6 jaar ongeveer een miljoen mensen verloren. De disproportie tussen salarissen verdunt de spoeling van goede specialisten in die sectoren waar de opleidingskosten het hoogst zijn. Het is lang studeren om ingenieur van een atoomcentrale, chirurg of, piloot te worden. Zolang het onduidelijk is of er wel voldoende vraag is naar dergelijke specialisten, kun je beter je jaren rustig doorbrengen als klerk met een goedbetaalde baan in een sleutelindustrie.”

Wanneer ik de korte interviews bij het bericht lees, lijken veel Russen inderdaad best tevreden met hun loon. Veel geven aan hun vrije tijd te waarderen. Leraren en artsen voelen zich ondergewaardeerd, maar daar staat tegenover dat het werk hen voldoening geeft. Voor wie het ook interessant vindt te weten wat men zo ongeveer verdient:

Manager in een schoenenzaak: 27.000 in Moskou en 14.000 in de Privolzje
Leidinggevende bij een IT dienst: 32.000 in Moskou en 17.000 in de Privolzje.
Redactioneel medewerker uitgeverij: 27.000 in Moskou en 14.000 in de Privolzje
Architect: 45.000 in Moskou en 24.000 in de Privolzje. De architect in kwestie verdient 70.000.
Secretaresse bij een vertaalbureau: Moskou 35.000 en 13.000 in de Privolzje
Medewerker callcenter: 16.000 in Moskou en 9.000 in de Privolzje
Docente psychologie op een middelbare school: 24.000 in Moskou en 6.000 in de Privolzje
Therapeut/doktor: 30.000 in Moskou en 14.000 in de Privolzje
Jurist bij een gerechtshof: 32.000 in Moskou en 17.000 in de Privolzje
Business analyticus: Moskou 65.000 en 35.000 in de Privolzje
Elektricien: 45.000 in Moskou en 24.000 in de Privolzje
Restaurantbediening: 25.000 in Moskou en 13.000 in Privolzje
Boekhouder 25.000 in Moskou en 13.000 in de Privolzje. De geïnterviewde boekhoudster verdient 80.000

Kort maatschappelijk nieuws

Kommersant schrijft over aanpassingen in wetgeving voor lokale parlementsverkiezingen. Nu kunnen regio’s nog zelf bepalen of verkiezingen plaats vinden volgens partijlijsten, volgens single mandate districts, of een combinatie van beiden. Critici van de politieke koers van de federale overheid stellen dat gouverneurs middels verkiezingen volgens partijlijsten meer controle krijgen over de lokale politiek in de gemeentes. De single mandate districts zijn overigens zelden een broedplaats van democratie, maar een handig instrument voor financieel industriële groepen om hun mannetjes in de parlementen te plaatsen. Persoonlijk zie ik meer in een verdere consolidatie van het partijbestel.

Volgens gegevens van Mosvodokanal is het watergebruik in Moskou gedaald tot 260 liter per persoon per dag. In 1994 verbruikte een inwoner van de hoofdstad gemiddeld 470 liter. De laatste jaren zijn er op grote schaal watermeters in de huizen geïnstalleerd. Ook het nieuwe witgoed verbruikt minder water. Bovendien zijn de meeste oude leidingen vervangen. In Duitsland wordt het minste water verbruikt; 125 liter p.p. De Amerikanen met hun 295 liter hebben we al ingehaald, grapt Rossiiskaja Gazeta.

Opvallend is ook het bericht van Rossiiskaja Gazeta dat de binnenlandse migratie richting de hoofdstad afneemt. Het hoofd van de arbeidsdienst van Moskou, Doednikov, denkt dat dit een teken is dat de levenskwaliteit in andere delen van het land toeneemt. “Als de mensen het immers thuis goed hebben, waarom zouden ze dan vertrekken? ‘Slagen in de hoofdstad’ is een zaak voor de liefhebber. Niet iedereen wil zijn of haar leven met een schone lei beginnen.”Moskou moet het dus hebben van immigranten. Nu werken er ongeveer 700.000 in de stad.

De hoogste militair procureur
maakt bekend dat in 2007 341 soldaten zichzelf van het leven hebben beroofd. “Hoewel het aantal zelfmoorden in het leger met 14% gedaald is, groeit het aandeel van zelfmoorden op het totaal aantal verliezen in vredestijd en is zelfmoord nu de oorzaak van bijna de helft van alle sterfgevallen in het leger.” De helft van de zelfmoorden wordt overigens gepleegd door contractsoldaten.

Een rechter heeft de oppositionele website www.ingushetiya.ru weer eens verboden. Russische providers zouden de website moeten blocken. Niet uitvoerbaar. Rusland kent in tegenstelling tot China honderden zo niet duizenden providers. Binnenkort weer een hoger beroep.

Rossiiskaja Gazeta
interviewt de wit-russische schrijfster Svetlana Aleksijevistj, bekend van het boek “wij houden van Tsjernobyl”. De volgende passage vindt ik verhelderend voor het begrijpen van de generatiekloof tussen de mensenrechtenbeweging uit de jaren ’80 en de huidige ‘patat’ generatie: “We hebben gevochten met het monster, het ideologische monster en we hebben gewonnen. Om ons heen kijkend, ontdekten we vervolgens dat we tussen de ratten moeten leven. … Niemand is daartoe bereid. Onze cultuur is er niet klaar voor. Wij zijn mensen van de barricaden, we kunnen vechten en verwoesten, maar we zijn niet in staat om te leven, om te bouwen.” … “Ons socialisme, niet te verwarren met het socialistische Idee, heeft uiteindelijk toch een specifieke ‘rode mens’ gebaard. Voor dit mens is de nieuwe wereld eenzaam en ongemakkelijk. Tot verkort verdeelden we de wereld in hen die in de kampen hadden gezeten en wie niet, tussen wie Solzjenitsyn had gelezen en wie niet, maar vandaag de dag verdelen we de wereld tussen hen die kunnen kopen en hen die dat niet kunnen.” … “Een van de heldinnen uit mijn boek zegt dat het nu nog verschrikkelijker is dan vroeger. Dit is een wereld zonder illusies. … De beproevingen van de goelag hebben we beter doorstaan dan de beproevingen van de dollar en de roebel. Alles gaat nu door de maag, door de twaalfvingerige darm. En waar is de mens? Kunnen we deze tijd van platvloersheid overleven zonder in wanhoop te vervallen?

Kort internationaal nieuws

WTO toetreding blijft lang verhaal. Georgië eist dat Rusland de recent hernieuwde economische samenwerkingsverbanden met Abchazië en Zuid Ossetië stopzet. Saudi Arabië eist dat Rusland de interne energieprijzen vrijgeeft. Beiden lijken te veel gevraagd. Rusland heeft deze week 300 soldaten naar Abchazië gestuurd, die de spoorweg gaan herstellen. Het welles nietes spel rond de neergeschoten spionagevliegtuigjes duurt voort. Georgië heeft de lokale VN missie overtuigd dat de een Russische straaljager op een van de spionagevliegtuigjes heeft geschoten. Lavrov blijft vragen om het origineel van de bewuste opname. Dat deed hij onder andere in Groenland, waar hij ook stelde dat de Russische vlag op de bodem van de Noordpool geen uiting is van landjespik, maar vergelijkbaar met het plaatsen van de Amerikaanse vlag op de maan. Overigens werden daar alleen bestaande akkoorden onderschreven. Poetin vergeleek voor een groep franse journalisten Abchazië met Kosovo. Waarom zou de Kosovaarse bevolking wel beschermt moeten worden tegen Servië en de Abchazische bevolking niet tegen Georgië? Tijdens zijn bezoek aan Frankrijk werd premier Poetin niet vergezeld door kopstukken uit de industrie. Geen officiële deals dus, waarschijnlijk wel een aftastend gesprek over de aankomende gesprekken tussen de EU en Rusland. Frankrijk wordt binnenkort voorzitter. Presidentskandidaat McCain toont plots een change of heart. Hij wil als president met Rusland meer gaan samenwerken op nucleair gebied. Vanuit Russisch perspectief zijn republiekijnen vaak betrouwbaarder gebleken dan democraten.