EU
Aan de vooravond van de gesprekken met EU woordvoerders gaf Medvedev een interview aan Reuters. (link naar volledige Engelstalige versie)Medvedev probeert de mogelijke kritiek van te voren te ontzenuwen: “Ons binnenlands beleid wordt niet bepaald door de mate van kritiek aan ons adres, maar vanuit innerlijke (eigen) waarden en doelstellingen .”Medvedev’s boodschap is dat Rusland zelf voor een democratische weg heeft gekozen. Deze weg is niet opgelegd door ‘het westen’, waaruit volgt dat de laatstgenoemden niets te ‘eisen’ hebben. “Bij internationale samenwerking gaan we uit van praktische overwegingen en die waarden, die we voor onszelf (nadruk op zelf, JM) bepaald hebben; vrijheid, democratie en bescherming van privaat eigendom.
“Ons buitenlands beleid kan niet gekarakteriseerd worden als liberaal, conservatief of iets anders. Het moet een beleid zijn dat onze eigen nationale belangen bekrachtigt en waarborgt.” Medvedev probeert zo de situatie te vermijden waarbij hij zijn liberale identiteit moet bewijzen door toeschietelijkheid in de internationale arena. Deels terecht heeft hij het idee dat in ‘het westen’ een ‘liberaal’ Rusland vaak wordt gelijkgesteld aan een zwak of toeschietelijk Rusland.
Kommersant interviewt Peter Mandelson, EU commissaris voor handel: “De ontmoeting met de nieuwe Russische leider stelt ons in staat om het potentieel van onze verhoudingen opnieuw in te schatten.” Sergei Karaganov reageert in Rossiiskaja Gazeta sceptisch op dit Europese enthousiasme: “Dit is een bekend motief: De potentieel goedhartige Medvedev is gekomen en nu moet hij zijn goedhartigheid bewijzen.”
Overigens noemt Sergei Karaganov het interview met Mandelson wel een teken van een realistischere houding in ‘Europa’. Karaganov doelt waarschijnlijk op deze passage: “De verhouding tussen de EU en Rusland kent perceptieproblemen. In Rusland denkt men dat de EU de wederopbloei van Rusland probeert te beletten en dat de EU Rusland’s grondstoffen wil exploiteren. Veel Europeanen vragen zich af of Rusland de weg van globale integratie niet verlaat om een eigen weg te kiezen met een andere set van politieke waarden. In Europa heerst het beeld dat Rusland vooral geïnteresseerd is in investeringen die de eigen buitenlandse invloed vergroten, maar niet in investeringen die de eigen energiemarkt ontwikkelen. In Rusland wordt voortdurend de klacht gehoord dat ‘Europa’, wanneer het de eigen markt reguleert, onvoldoende rekening houdt met Russische belangen.”
Voor Karaganov en Rusland in het algemeen is het belangrijk dat Europa erkent dat het Rusland van nu, niet het Rusland van na de val van de Sovjet unie is. Rusland wil met een schone lei beginnen, terwijl Europa probeert vast te houden aan documenten zoals het Energy Charter en CFE verdrag. Het argument gaat ongeveer als volgt: De EU probeert een ‘model voor samenwerking’ vast te leggen, dat ontstaan is in de jaren van ‘Rusland’s zwakte en chaos’. Karaganov noemt dit “een model voor een ondergeschikte periferie, eenzelfde model als de EU gebruikt voor de burenrelaties met Noord Afrikaanse staten. “
Vitalii Dymarskii schrijft dat Brussel uit is op “een gedetailleerd document dat alle sectoren van samenwerking tussen de EU en Rusland omschrijft en bindend zal zijn na ratificatie door de parlementen Rusland en de 27 EU lidstaten. Rusland daarentegen geeft de voorkeur aan een variant waarbij beide zijden een soort van raamwerk onderschrijven dat vervolgens ingevuld wordt met sectorale akkoorden op de gebieden waar Rusland en de EU daadwerkelijk kunnen samenwerken: transport, energie, ruimtevaart, wetenschap, vliegtuigbouw etc. “ … De Russische variant ligt volgens Dymarskii het meest in de verwachting. “De onderhandelingen zullen zich daar ontwikkelen daar waar wederzijds profijt te vinden is. Politieke voorwaardes zijn voorbestemd te mislukken.”
Dymarskii kwalificeert Rusland als “meer een sprinter dan een stayer”, dat de voorkeur heeft om een korte afstand te rennen om zo snel mogelijk resultaat te bereiken en aan de eigen publieke opinie verslag te kunne doen over het nieuwe succes. Medvedev moet immers “zo snel mogelijk de ‘spaarpot’ met internationale successen opvullen met eigen verdiensten.”
In Khanty Mansiisk viel weinig meer te verwachten dan een declaratie van voornemens. Wat gebeurt er nadat de buren naar elkaar hebben geglimlacht en weer uiteen zijn gegaan, vraagt Dymarskii zich af: “Het is te hopen dat ze niet van onder de tafel zout in de soep van hun buur strooien, maar dat ieder allereerst een schoonmaak in het eigen huis houdt. Uit een schoon gelapt raam ziet immers ook het raam van de buren er schoner uit.”
De top verliep volgens verwachtingen. De volgende gesprekken vinden 4 juli plaats in Brussel.
Hoe makkelijk het mis kan gaan bleek al binnen enkele dagen toen de presidenten van Finland, Hongarije, Estland en Rusland, alsmede politici en ander maatschappelijke figuren uit Letland, Noorwegen en Zweden in Khanty Mansiisk bijeenkwamen voor het vijfde wereldcongres van Fins-Oegrische volkeren.
Rusland is trots op zijn culturele diversiteit: Dankzij het ethno-federalisme van met name de Sovjet Unie en in mindere mate de Russische Federatie hebben etnische groepen de ruimte gehad om (binnen het kader van de modernisering van de maatschappij, JM) de eigen cultuur te behouden.
Niet iedereen denkt er zo over. Aleksandr Jakovenko, plaatsvervangend minister van buitenlandse zaken, schrijft in Rossiiskaja Gazeta: “Gedurende de laatste jaren zijn we getuige van een onophoudende stroom van pogingen van verschillende individuele Europese politici en journalisten om het fictieve thema op te rakelen van de schending van de rechten van nationale minderheden en oorspronkelijke volkeren van Rusland, waaronder de Fins-Oegrische volkeren.“ Medvedev was duidelijk gebrieft door Jakovenko en sprak over “herhaaldelijke politieke speculaties van mensen met een zeer oppervlakkige kennis van het leven van Fins-Oegrische volkeren in Rusland, terwijl daadwerkelijke gevallen van versnelde assimilatie in Europese landen worden genegeerd.” (www.gazeta.ru)
Deze laatste opmerking viel niet in goede aarde bij de Estse president. Hij herinnerde vervolgens het congres dat van de 24 Fins-Oegrische volkeren slechts de Hongaren, de Esten en de Finnen een eigen natiestaat hebben kunnen stichten. “Vele Fins-Oegrische volkeren moeten die keus nog maken. Want wanneer je de smaak van vrijheid proeft dan begrijp je dat het een zaak van overleven is, dat je zonder die vrijheid niet verder kunt leven. Met een zwaai van de vleugel kan een vlinder een orkaan veroorzaken. De Fins-Oegrische volkeren zijn kleine vlinders, die beschermd moeten worden. Voor de internationale gemeenschap is het heel belangrijk dat deze vlindertjes niet op een verkeerd moment en plaats hun vleugel uitslaan.”
Aanwezige Russen interpreteerden deze opmerking als “de zoveelste poging om het Fins-Oegrische proces te politiseren.” De volgende dag was het de beurt aan parlementariër Kosatsjev. Refererend aan de rechten voor Russischtalige minderheden in Estland, stelde hij dat “in tegenstelling tot andere staten Rusland geen bijzonder beleid voert jegens een bepaalde etnische groep”. De Estse delegatie verliet vervolgens demonstratief de conferentie. De Finse president riep beide zijden op de provocaties te staken.