7/18/08

Media

Kommersant interviewt de hoofdredacteurs van de zes grootste televisiezenders. De televisiebazen zijn duidelijk bevreesd voor teruglopende kijkcijfers als gevolg van de opkomst van het internet. De strategieën voor het (her)winnen van de kijker verschillen:

Zo mikt Konstantin Ernst van Kanaal 1 op het maatschappelijke actieve en intellectuele publiek. “Het afgelopen jaar was het laatste jaar van wat wel de nieuwe Russische televisie werd genoemd. .. De tijd is aangebroken om nieuwe modellen van emotie en sensualiteit te ontwikkelen; nieuwe modellen van vertrouwen en interesse vanuit de kijker.” Ernst doelt waarschijnlijk op meer maatschappelijk debat en ‘zedelijkere vormen’ van geweld en seks.

De hoofdredacteur van het kanaal TNT, richt zijn pijlen op het jeugdige publiek. Waarschijnlijk heeft het kanaal, dat de Big Brother spin-off ‘Dom2’ produceerde, andere ideeën over zedelijkheid dan zijn collega van kanaal 1. TNT ontdekt bij de jeugd ‘een nieuwe openheid’. “Ze zijn op zoek naar een reflectie van hun eigen leven.”

Koelistikov van het kanaal NTV spreekt over een triomfaal TV seizoen. Toch geeft hij een sneer naar ‘de ondermaatse kraaien van het internet’. Wanneer Koelistikov zegt, dat “juist door middel van de televisiekanalen de keuze van de elite werd geaccepteerd en gesteund door de overgrote meerderheid en zo verwerd tot de keuze van het volk,” verankert hij zich duidelijk in de dienstbare rol van de televisie voor de bestuurlijke elite (en tevens het volk dat volgens hem daarvan profiteert).

Toch verwacht hij ‘een verlevendiging’. Het ‘monolitisme’ raakt uit de mode: “Zelfs in de bestuurspartij (Verenigd Rusland, JRM) klinkt steeds vaker de Mao Zedong-achtige woorden ‘laat honderd bloemen bloeien en laat honderd scholen redetwisten’. Honderd scholen zijn voor ons Russen niet voldoende en ons klimaat is niet geschikt voor bloementeelt, maar als debatten daadwerkelijk de norm worden, wanneer er nieuwe tv sterren opkomen, wanneer er nieuwe tv personages verschijnen, dan trekt dat ook die kijker aan, die zich nu opsluit in zijn cocon van internetkranten.”

Ook bekritiseert hij de overheid voor het voeren van onnodige discussies over moraliteit, “waar de publieke activisten slechts om lachen”, en spoort hij hen aan snelle beleidskeuzes te maken over de invoer van digitale televisie.

Rodnjanskii van kanaal STS betreurt de eenheidsworst op de huidige beeldbuizen. “Het is saai. De drive is weg. Er is weinig verse creatieve energie. Vandaag de dag associeert men een experimentele toon wordt eerder met de filmindustrie, het Internet of de literatuur. Tv kijkers zitten vastgeroest in hun gebruiken. Het is lastig om hen te interesseren voor nieuwe projecten. .. Ik zou zeer verrast zijn wanneer er iets nieuws ontstaat.”

Kommersant verhaalt hoe de rechtbank Vladimir Solovjov, presentator van het politiek-maatschappelijke discussieprogramma ‘op de barricade’, heeft verplicht tot het betalen van een boete van 70.000 roebel aan de huidige burgemeester van Samara, Viktor Tarchov. Tijdens de verkiezingscampagne in oktober 2006 debatteerde Tarchov in ‘op de barricade’ met de toenmalige burgemeester Limanskii.

Solovjov stelde Tarchov een reeks suggestieve vragen zoals: “Waarom is het bij al uw commerciële avonturen zo dat u de positie van een vermoord persoon heeft overgenomen?” Zo verving Tarchov bijvoorbeeld de neergeschoten Ivan Dik als algemeen directeur van de Novokoeibyzjevskii olieverwerkingsfabriek en werd hij later vicepresident van Joekos in de plaats van de neergestoken Vladimir Zenkin, staat er op compromat.ru te lezen.

Tijdens de uitzending negeerde Tarchov de vraag, noch reageerde hij op de uitspraak van Solovjov dat hij het uiterlijk heeft van een gangster uit de jaren ’90. Tarchov verliet na de uitzending ogenblikkelijk de studio en eiste – inmiddels gekozen tot burgemeester – een schadevergoeding van 10 miljoen roebel. De rechter stelde Tarchov in het gelijk, maar beperkte de schadevergoeding tot 70.000 roebel.

De blogger Savva Terentejev komt er vanaf met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar. Er was anderhalf jaar tegen hem geëist. Ook de aanklager was van mening dat een daadwerkelijke gevangenisstraf te zwaar zou zijn. In een reactie op een blog van een ander schreef Savva dat iedere grote stad in Rusland op het centrale plein een kachel zou moeten hebben waarin, net als in Auschwitz, dagelijks een politieagent verbrand zou moeten worden. De aanklager interpreteerde deze uitspraak als aanzet tot haat jegens ‘een sociale groep.’

Kommersant brengt in herinnering dat artikel 282 van het strafrecht inzake de aanzet tot haat al eerder werd gebruikt voor uitspraken op het Internet. Deze zaken betroffen echter antisemitische uitspraken (in 2005) en ‘nationalistische propaganda’ (in 2006). De nieuwswaardigheid van deze gebeurtenis is dan ook dat artikel 282 ook betrekking heeft op sociale groepen zoals de politie, en mogelijk in de toekomst ook ambtenaren en politici. Mensenrechtenactivisten reageren fel. De vrijheid van meningsuiting is in het geding. Ik deel hun bezorgdheid, maar vind tegelijk ook dat ondanks de slechte naam van de politie, ambtenarij en bestuurders in Rusland ook zij recht hebben op verdediging. Het is aan de rechter om een oordeel te vellen. In dit geval was dat oordeel mild.

Zuid-Ossetië en Abchazië

Op 30 juni werd Soechoemi, de hoofdstad van Abchazië, opgeschrikt door bomaanslagen in de steden Gagri en Soechoemi. Vier slachtoffers werden in het ziekenhuis opgenomen met scherfwonden, schrijft Ekspert. De deelrepubliek beschuldigt Georgië van staatsterrorisme met het doel het toeristenseizoen in Abchazië te verstoren. De grens met Georgië werd gesloten.

Kommersant meldt dat op 4 juli in Zuid-Ossetië drie personen zijn overleden en elf personen gewond zijn geraakt als gevolg van nachtelijk mortier- en granaatvuur. Ekspert schrijft dat volgens het Zuid-Ossetische bestuur Georgische militairen vanaf een hoogte buiten de stad Tsinvali met twee tanks woonwijken inclusief een ziekhuis hebben beschoten. De president van de deelrepubliek Kokoiti kondigde vervolgens een algehele mobilisatie af en dreigde zwaar geschut in te zetten om Georgische eenheden te verdrijven. Burgers werden geëvacueerd. Vanuit Tbilisi klinkt een ander verhaal: Een Georgische grenspost zou beschoten zijn, waarna het vuur werd beantwoord. De volgende dag sprak Kommersant over ‘meest ernstige militaire schermutselingen in de laatste vier jaar.

Op 6 juli stierven vier personen na een bomaanslag op een café in de Abchazische stad Gali, schrijft Ekspert.

In de nacht van 8 juli werden vier Georgische officieren gevangen genomen door Zuid-Ossetische militairen. Het zouden spionnen zijn. Het Georgische leger zegt op haar beurt dat hun officieren gevangen zijn genomen door bendes van Zuid-Ossetiers, vrijwilligers uit Noord-Ossetie en andere strijders uit de Kaukasus. De Georgische overheid dreigde alles te doen om hun landgenoten op korte termijn te bevrijden. In de middag van 9 juli waren ze weer thuis.

Vervolgens vlogen Russische straaljagers veertig minuten boven de streek ten noorden van Tsinvali. De Russen erkennen dat dit een overtreding is van het regels voor de vredesmissie afgesproken in 2002. Andrei Rjabov, expert van het Moskouse Carnegie centrum, zegt op gazeta.ru dat Rusland “formeel het verdrag heeft overtreden, maar dat het land dit niet deed om te situatie te verslechteren, maar om een conflict te verkomen.” …Toen de Georgische onbemande vliegtuigjes het luchtruim schonden (vorige maand, JRM), deden ze dat voor zichzelf. Het is daarom niet verbazingwekkend dat ze werden neergeschoten.”

Rusland kondigde dezelfde dag aan een diplomatieke vertegenwoordiging (let op: geen diplomatieke post)in Abchazië te stationeren. “We hebben bepaalde banden met Abchazië en om die banden te ondersteunen hebben we een mechanisme nodig. Kijk wat er gebeurd. Ze staan daar aan de rand van een oorlog. Dat moet worden voorkomen.” Als antwoord riep het Georgische ministerie van Buitenlandse Zaken haar ambassadeur uit Moskou terug ‘voor consultaties.’

Ekspert bericht over de diplomatieke betrekkingen gedurende deze dagen. Zo zou er vanuit de VS voorkeur zijn uitgesproken voor een vervanging van de Russische vredesmissie door een internationale politiemacht. Een voorstel dat “natuurlijk” door Abchazië werd geweigerd. Rice bezocht Tbilisi, volgens de Russische kranten om de Georgische haviken een hart onder de riem te steken. Ondertussen probeert Rusland ook via de Veiligheidsraad beide partijen een niet aanvalsverdrag te laten tekenen. De EU zegt bij monde van Peter Semneby dat er slechts actie mag worden ondernomen na akkoord van beide partijen. Persoonlijk denk dat het een belangrijke stap zou zijn wanneer de internationale gemeenschap de deelrepublieken als partners in het conflict erkent.

Op 14 juli meldt Kommersant dat Georgië een spoedvergadering van de Veiligheidsraad heeft ‘geëist’ over de inzet van Russische straaljagers boven de deelrepubliek Zuid-Ossetië. Tevens zegt het beschikking te hebben over plannen van het Russische leger om de Kodori vallei te bestormen. Moskou zegt op haar beurt met feiten te kunnen aantonen dat Georgië een aanval op Zuid-Ossetië voorbereide om de gevangen vier officieren te bevrijden.

Europa

Kommersant meldt dat de volgende onderhandelingen tussen Rusland en de EU in september zullen plaatsvinden. De bijeenkomst op 4 juli in Brussel wordt constructief genoemd. Ondertussen wordt er ook op andere vlakken gesproken. Met wisselend succes:

De problemen tussen de Raad van Europa en de Russische Federatie nemen af, zei Secretaris Generaal Terry Davis tijdens een bezoek aan Medvedev. Er volgden complimenten voor de Russische vertegenwoordiger bij de Raad van Europa Kosatsjev. Parlementariër Margelov complimenteerde vervolgens Davis: “Terry Davis heeft niet gepoogd de Russische leider (Medvedev) te beleren over de methodes in de strijd voor de mensenrechten en de ontwikkeling van de democratie. Hij stelde voor om het potentieel en de ervaring van de Raad van Europa te gebruiken voor het verzekeren van de suprematie van de wet in Rusland, voor het overkomen van het gebrek aan rechtsbewustzijn en het verstevigen van de rechterlijke macht.” Dit lijkt mij de juiste toon. Luister naar de plannen van de Russische leiders. Neem daar iets uit en biedt vervolgens assistentie. Een daadwerkelijke sprong voorwaarts in de verhoudingen met de Raad van Europa is overigens afhankelijke van de politieke wil in het Russische parlement. Daar liggen nog een reeks verdragen te wachten op ratificatie, schrijft Rossiiskaja Gazeta.

Beduidend minder goed gaat het in de verhoudingen tussen Rusland en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten, schrijft Kommersant. Dit is het bureau dat zich de taak heeft gesteld de verkiezingen van eigen lidstaten waar te nemen en zich het afgelopen jaar gedwongen voelde om de Russische verkiezingen te boycotten. In de nasleep werd er op 3 april een werkgroep gevormd uit vertegenwoordigers van de OVSE en GOS landen om de organisatie van de waarnemingsmissies te bespreken. De volgende vergadering op 26 mei leverde echter geen akkoord op, waarna de secretaris generaal van de VSE Spencer Oliver een brief stuurde naar het secretariaat van het GOS waarin hij melde dat de werkgroep per direct werd opgeheven.

De secretaris generaal van het GOS, Michail Krotov wil niet reageren op de briefwisseling. Hij zegt dat er overeenstemming was over; (1) het universele karakter van de missies: missies dienen georganiseerd dienen te worden in alle lidstaten van de OVSE en niet alleen in het GOS en Oost-Europa (2) de deskundigheid van de missies: alleen politici en geen geëngageerde ambtenaren (3) onpartijdigheid: de vertegenwoordigers van de missie mogen geen oordeel vellen over de verkiezingen tot na hun ‘einde’. (sluiting stemlokalen of officiële uitslag? JRM)

Er bleef onenigheid over de transparantie, om precies te zijn het aantal personen dat het besluit dient te nemen tot het uitzenden van een missie. Nu zijn dit twee personen: de hoofden van de ODIHR en OVSE. De GOS leden wilden een raad met vertegenwoordigers vanuit alle lidstaten. De OVSE vreesde echter (terecht) dat zo’n raad nooit tot een consensus zou leiden en was bereid tot een compromis van een raad met zes leden. De GOS leden gingen niet akkoord, waarschijnlijk in de veronderstelling dat de onderhandelingen later hervat zouden worden. Voorlopig niet dus.

Sergei Karaganov schrijft in Rossiiskaja Gazeta nog eens waarom de EU en Rusland elkaar nodig hebben; “Wanneer we een strategische unie afwijzen of onderweg verdwalen dan zijn de gevolgen overduidelijk. Europa vervolgt de weg in de richting van Venetië; ‘een verwelking in schoonheid’. Zonder Europa staat Rusland een mogelijk nog zwaarder lot te wachten; het pad van Nigeria. Met onze verschrikkelijke corruptie, almachtige bureaucratie, de enorme kloof tussen arm en rijk en de zwakte van het politieke systeem kunnen we gemakkelijk tot dat niveau wegzakken. Het is daarom beter samen te winnen, dan alleen te verliezen.”

Parlement

Kommersant blikt terug op de eerste sessie van het vijfde parlement. Het artikel beschrijft ‘de uitsluiting van de oppositie uit het proces van wetgeving en de verplaatsing van discussie uit het parlement naar de politieke clubs van Verenigd Rusland. Naast de debatten over de mediawet wordt ook de discussie rond de wet voor verstrekking van bouwvergunningen genoemd als twistpunt binnen Verenigd Rusland. Overigens was dit tevens een strijd tussen de visies van twee ministeries. Na de interne debatten over de mediawet werd een werkgroep opgericht waarin de parlementariërs van Verenigd Rusland onder andere journalisten uitnodigen om mee te denken. De collega parlementariërs van de ander partijen voelen zich echter genegeerd. Het is trouwens goed mogelijk dat zij te trots zijn om zich zelf aan te melden voor deze werkgroep.

Twee dagen later verschijnt er in dezelfde krant een milder verhaal. Dit komt wellicht door cijfers die spreken van een groei van vertrouwen van de bevolking in het parlement. Het percentage respondenten dat goedkeuring uitspreekt over het werk van het parlement groeit van 25% in november 2007 tot 35% in 2008. Volgens Kommersant tonen de cijfers “de verwachting van veranderingen in verband met de verkiezing van de nieuwe president.” “ Deze tekenen van veranderingen zijn inderdaad merkbaar, hoewel niet in die getale, waarover er in de liberale kringen gedroomd werd.”

De strekking van het artikel is dat het parlement snel went aan de ‘tandemdemocratie’, de aanwezigheid van twee sterke leiders. In economische vraagstukken werd de lijn van Medvedev gevolgd, qua bestuursbeleid die van Poetin, aldus de journalist. Ik zie het een tikkeltje anders. Poetin heeft vlak voor en na zijn overgang naar de premierpositie nog enkele wetten doorgevoerd op het gebied van het bestuursbeleid. Vervolgens is het aan de president Medvedev om opdracht te geven om ‘zijn’ sociaaleconomische plannen, in de meeste gevallen al aangekondigd door Poetin, in de wet te verankeren. Premier Poetin zit de hele dag hoge ambtenaren achter de broek die de wetten en opdrachten niet snel of goed genoeg uitvoeren. Ik benijd ze niet.

Gekozen gouverneur

Sinds een uitspraak van de (regionale) president van Tatarstan over zijn voorkeur voor het opnieuw verkiesbaar stellen van de gouverneurspost wordt er flink gediscussieerd. Gechargeerd gezegd zijn er de liberalen, die vinden dat de keuze van Poetin voor het tijdelijk afschaffen van de gekozen gouverneur na de gijzeling in Beslan gerechtvaardigd was, maar dat er nu een nieuwe stabiliteit is en dat de maatregel daarom niet langer nodig is. Daarnaast zijn er de conservatieven, die van oordeel zijn dat de stabiliteit pril is, dat Rusland vaak te snel wil veranderen en dat de herinvoering van de gekozen gouverneur nog vier of acht jaar moet worden uitgesteld.

De meest verstandige opmerking hoorde ik zaterdag in het tv programma ‘senaat’. Gast Sergei Mironov (Rechtvaardig Rusland) zei daar dat allereerst het gekozen gemeentebestuur, de politiek die het dichtst bij de bevolking staat, versterkt moet worden. Hij meent dat alleen een aangewezen gouverneur bereid zal zijn om de gemeentes meer macht te geven. Is die macht stevig verankert, dan is het weer tijd voor een gekozen gouverneur.

TNK-BP

Eerder beschreef ik hoe de Russische kranten het conflict rond TNK-BP zien als een belangenconflict tussen BP en de Russische aandeelhouders. Beiden hebben een andere visie over de toekomst van het bedrijf en in dat kader is het vertrouwen van de Russische aandeelhouders in topman Dudley zachtjes gezegd broos te noemen. De Russische aandeelhouders lijken hun Britse collega’s weg te willen pesten. Zo ontdekte de Russische Migratiedienst plots onvolkomenheden in de visumaanvragen van de Britse werknemers. Naar alle waarschijnlijk zijn zij daar tijdens overdracht van een dikke enveloppe door de Russische aandeelhouders op gewezen. Aan de andere kant is er geen sprake van een smerige truc van de Russische overheid. De Britse werknemers hebben wel degelijk doelbewust de Russische wet overtreden, legde mij een in Groot-Brittannië werkzame Russische advocaat uit.

Ieder in Rusland werkzaam persoon dient inkomstenbelasting te betalen over het geld dat hij of zij in Rusland heeft verdient. Het bedrijf waarvoor hij of zij werkt moet geregistreerd staan in Rusland. De Britse werknemers van TNK-BP werkten officieel voor een offshore dochter van BP en hun visa werden aangevraagd door de vertegenwoordiging van BP in Moskou. Zo hoefden zij geen inkomstenbelasting te betalen in Rusland.

Onder deze voorwaarden wilde de migratie dienst niet langer werkvergunningen verschaffen. Kommersant berichte op 2 juli dat nu TNK-BP (en dus niet BP rep office) de werkvergunningen en visa hebben aangevraagd. Daarmee lijkt deze episode ten einde te komen.

Gesprek tussen politicus en filosoof

Bijzonder leuk om te lezen is een gesprek tussen ‘politicus’ Pligin (parlementariër VR) en ‘filosoof’ Aleksandr Filippov in de glossy van Ekspert, Roeskii Reporter. De filosoof typeert de spagaat van de politicus, die zich afvraagt of en hoe hij moet debatteren: “Aan de ene kant is het van belang om ruimte te bewaren voor rationele vormen van discussie, aan de andere kant is het belangrijk om de interactie aan te gaan aan met een breed democratisch milieu, dat meer emotie kent dan rationaliteit.”

De filosoof vervolgt: “De traditionele bureaucraat redeneert dat een auto (de maatschappij) prima rijdt, wanneer de auto goed bestuurd wordt. Als je niet kan rijden, ga dan aan de kant. Ik rijd jullie wel. Dit resulteert in effectieve manager en minder effectieve managers, maar niet in een politiek strateeg, die op situaties kan inspringen en richting kan aangeven. Voorlopig hoeft dit geen gevolgen te hebben, maar er komt een moment dat er consequenties volgen.”

De politicus bevestigt de zorgen van de filosoof. “De deelname van iedereen in het sociale proces is niet het Utopia van een idealist, maar een vitale vereiste. Wanneer de mensen zich beginnen af te wenden, waneer zij overtuigd raken dat er geen rekening meer met hen wordt gehouden, dan hapert zelfs de beste auto.”

“Op dit moment is de televisie het enigste instrument voor de diaoog. Daar spreekt de president middels de ‘hotline’ met het volk, daar wordt zijn ‘boodschap aan de federale parlementen’ getoond. Veel politicologen en communicatie-experts lijkt dat voldoende omdat dat wat op televisie getoond wordt later in de eigen kring wordt besproken. Maar hier ontstaat het probleem dat hele groepen binnen de samenleving de informatie, die zij op de televisie horen, afwijzen. Zij gaan niet akkoord met een dergelijke vorm van dialoog.”

Het volgende probleem betreft de afname van de kwaliteit van de dialoog door de weigering van de basisspelers om aan de dialoog deel te nemen, zegt de politicus. Weer een ander probleem is de ontwikkeling van de oppositie. We kennen enkele hardnekkige tradities. De eerste is de scherpe verdeling tussen ‘wij’ en ‘zij’. De tweede is de hoge mate van personalisering van de macht. De dialoog is slechts mogelijk wanneer er zich een oppositie vormt die zich niet ontrekt aan de bestaande maatschappij, maar in deze maatschappij leeft en hervorming (zonder allereerst afbraak, JRM) van deze maatschappij verlangt.

De politicus beschrijft vervolgens debatten waarin hij voor alles wordt uitgemaakt en het erg moeilijk is om zelf inhoudelijk te blijven argumenteren. “Deelname aan dergelijke debatten is niet rationeel. Aan de andere kant lijkt de maatschappij de mechanismes van discussie kwijt geraakt te zijn en is men gewend geraakt aan de vormen van dialoog, die op de televisie te zien zijn”. (hard, confronterend, sensationeel, JRM) In dit verband wijst de politicus ook op de werkvloer, waar de politiek verdwenen lijkt te zijn. Nu keert die politiek langzaam terug, maar in de vorm van stakingen. Vakbonden nemen weer deel aan de politiek; niet in de vorm van een dialoog, maar middels conflict.

De filosoof antwoord dat het ongeloofwaardig is te stellen dat Rusland nooit heeft kunnen discussiëren. “Ik denk bijvoorbeeld aan de laatste jaren van Gorbatsjovs periode. Toen bestond er zoiets als een inhoudelijke discussie. Die discussies hadden ook minder prettige bijzonderheden, zeker voor diegenen over wie gepraat werd, maar toch waren ze inhoudelijk. Ook tijdens de eerste jaren van Jeltsin waren er dergelijke debatten.”

De politicus merkt op dat er een gevaarlijk aspect aan die discussies was verbonden. Heel vaak positioneerde de overheid zich als deelnemer aan de dialoog op gelijke voet met de andere deelnemers, maar bracht op dergelijke momenten geen serieuze argumenten naar voren. Als voorbeeld noemt hij het debat voorafgaand aan de oorlog om Nagorno Karabach. Daar kwam de Russische staat volkomen onvoorbereid ten tonele, met de verschrikkelijke gevolgen van dien.

De filosoof gebruikt het voorbeeld van de politicus voor zijn eigen argument. Het voorbeeld toont juist aan dat er mechanismes van een verantwoordelijke discussie moeten worden uitgewerkt en dat er een duidelijk begrip moet zijn over wat wel en wat niet publiekelijk besproken moet worden. (Het ervaren gebrek aan politiek debat in Rusland is niet het gevolg van strikte censuurlijsten, maar juist de onzekerheid over bespreekbaarheid van onderwerpen, JRM)

Beide heren zeggen persoonlijk te vinden dat de politieke situatie in de Oekraïne (veel politiek getouwtrek, JRM) niet verkeerd is. De politicus zegt echter dat (een groot land als) Rusland zich dat niet kan veroorloven. Oké, zegt de filosoof, maar besef wel dat zolang er politieke concurrentie is, er ruimte ontstaat voor inhoudelijk debat. Wanneer die concurrentie vervolgens verdwijnt, dan verplaatst de discussie zich naar elders.

De politicus en de filosoof praatten vervolgens over het nut van ideologie. Volgens de filosoof is er een gebrek aan ideologie, dat volgens hem belangrijk is om richting aan te geven en niet hoeft te verworden tot dogmatische principes. De politicus ontkent dat er geen verbindende ideeën zijn. Twee van zijn voorbeelden vallen onder de noemer ‘groots Rusland’: de samenhorigheid van de volkeren van de Russische Federatie en het nationale idee. Zijn derde voorbeeld is de ‘comfortabele staat’ ( een niet al te juiste vergelijking met de westerse welvaartstaat, JRM)
De filosoof vindt deze ‘comfortabele staat’ wel heel pril. De stelling ‘ik betaal belasting en daarom is de staat mij iets verschuldigd’ gaat volgens hem in Rusland niet op. Eerder is het zo dat ‘de staat van mij belasting ontvangt, omdat de staat mij in mijn onderhoud voorziet.’ Tegelijk zegt hij dat de huidige stabiliteit wel degelijk te danken is aan een soort van proto-welvaartstaat. “Het is gek voor te stellen dat een menigte mensen dat net nieuw consumptiekrediet heeft afgesloten het Kremlin gaat bestormen.”

De politicus ziet niet verkeerds in de consumptiemaatschappij. De filosoof zegt niet dat hij dat verkeerd vindt. Hij vindt het wel gebrekkig dat ‘een miljoen consumenten geen solidaire maatschappij vormen. Wat dat betreft is het idee van een ‘groots Rusland’(solidariteit, JRM) niet in samenspraak met ‘de comfortabele staat’ (gebaseerd op egoïsme, JRM).

De filosoof kijkt verder op de weg van het consumerisme en treft daar een Russische variant van koning burger aan: “Om hem de mond te snoeren moet je er een homp brood met zwarte kaviaar inproppen. Dit stuk slikt hij echter door en schreeuwt vervolgens nog harder.”

De politicus vindt dat de filosoof het idee van de ‘comfortabele staat’ vernauwt tot een enge consumptiemaatschappij. Comfortabel kan immers ook de voorspelbaarheid van de dag van morgen zijn. En dat is iets dat ook een ‘groots Rusland’ garandeert. De filosoof waarschuwt dat de huidige stabiliteit plots kan zijn afgelopen en dat men in de toekomst over de afgelopen jaren zal kunnen praten als over een gouden eeuw. De politicus antwoordt dat als men iets een gouden eeuw moet noemen dat de jaren tussen 1968 en 1982 moeten zijn geweest. Nu zijn er te veel problemen: pensioenen, medicijnen. Maar als voorspelbaarheid en een opbloei van trots voor de maatschappij waarin we leven tekenen zijn van een gouden eeuw, nou dan is die eeuw vier jaar geleden begonnen.

De filosoof neemt het laatste woord: “Daarin ligt waarschijnlijk het verschil tussen de politicus en de filosoof: De eerste is een schepper en optimist ondanks alles, de tweede beziet de toekomst met een slecht verborgen bezorgdheid.

Armoede

Sociologen van de Russische Academie voor Wetenschappen hebben een volgens Rossiiskaja Gazeta uniek breed onderzoek gedaan naar ‘de nieuwe Russische armen’.
Volgens het onderzoek leeft 16% van de Russische bevolking op of onder de armoedegrens. Zij hebben een gemiddeld inkomen van 5338 roebel per maand. Samen met de minima (een gemiddeld inkomen van 7624 roebel vormen zij de onderklasse van 43% van de bevolking.

45% van de armen (het is mij onduidelijk of hiermee beide groepen bedoeld worden, JRM) heeft geen beschikking tot een andere vorm van onroerend goed, zoals een datsja, een garage of een moestuin, dan het huis waarin ze wonen. Dat dit aantal in 2003 nog 21% pas toont aan dat de armen langzaam hun bezittingen opeten. Een kwart van de armen is geen eigenaar van een eigen huis. Voor de minima is dit 15%.

Het meest gekochte ‘dure’ gebruiksvoorwerp is de mobiele telefoon. In 2003 bezat 4% van de minima een mobieltje. Nu is dat meer dan 60%. Anno 2008 hebben arme gezinnen vier keer zo vaak een computer en drie keer zo vaak een diepvries. 25% van de armen voelt zich ongemakkelijk in de kleding die ze zich kunnen veroorloven tegenover 36% in 2003. Voor de minima is dit respectievelijk 12 en 23%. Gevoelsmatig is men ook beter gaan eten. Voor het eerst zegt meer dan de helft van de ondervraagden (weer onduidelijk welke groep) goed te eten.

63% van de onderklasse doet ongekwalificeerd werk, vooral handel en reparaties. Er is veel vrees voor het verlies van het werk. Voor 40% van de respondenten is een vaste baan het teken van een welvarend leven.

Slechts 20% van de gepensioneerden behoort tot de welvarende klasse, 50% tot een minima. 30% leeft op of onder de armoedegrens. Het zijn vooral de hoge kosten voor medische zorg en medicijnen, die flink zijn toegenomen sinds de ‘monetisatie’ van uitkeringen in nature in 2005.

Mensen die vanaf het platteland naar de steden trekken, krijgen het daar meestal moeilijk. Andersom is het voor mensen uit de grote stad gemakkelijker zich op het platteland te vestigen: “De hoofdsteden waar ‘tranen niet geloofd worden’ maken hun inwoners sterker en leren hen de onbetaalbare kunst van het overleven,”
73% van alle Russische gezinnen helpt en ontvangt hulp van anderen; bij het omspitten van de moestuin, een financiële lening, zorg voor ouderen en zieken, hulp bij een verbouwing of een goed woordje (letterlijk: ‘protectie’) bij het vinden van werk.

Voor net meer dan een derde van de Russen is vrije tijd een praktisch onhaalbaar fenomeen. Dat ook (of zelfs juist) onder minima en armen klassieke literatuur, muziek en theater populair zijn als vrijetijdsbesteding, toont de verarming van de Sovjet intelligentsia aan. Overigens neemt dit percentage de laatste jaren wel af. Liefde voor Sovjetfilms en amusement wordt door rijk en arm gedeeld: “De armen kijken ook, de rijken huilen ook”.

In het rijtje van belangrijke menselijke eigenschappen staat bij de armen ‘eerlijkheid’ op de eerste plaats. Voor de rijken is ‘werklust’ het belangrijkst. Wanneer het gaat om de directe verdediging van het eigen recht dan is de onderklasse het meest passief. 54% van de jonge armen en 43% van de oudere armen vindt een dergelijke inspanning nodeloos. Onder de welvarende burgers is dit 25%.

Sotsji

Twee weken terug toonde premier Poetin zich voor de tweede maal een milieubeschermer. Hij had er zelfs een roze stropdas voor aan getrokken, een mijns inziens hoogst curieus detail dat niet werd vermeld door zowel Kommersant en Rossiiskaja Gazeta. Twee jaar terug besloot Poetin met enkele zelfgetekende pijlen op de kaart van het gebied rondom het Baikalmeer dat de oliepijplijn richting de Stille Oceaan verder van het unieke meer moest worden gebouwd. Ook nu toonde de televisie hem weer voor een grote kaart. Dit maal van Sotsji. het natuurreservaat ten noordwesten van de stad en de ‘bufferzone tussen beiden. Aldaar zou volgens de eerste plannen de bobsleebaan worden gebouwd. Poetin deed het voorkomen of hij a la minute een lastige knoop doorhakte. “Wanneer we het belang moeten wegen van de criteria geld en milieu, dan kiezen we voor …….. het milieu.” “In het geval van een milieuramp, kan er iets gebeuren wat later met geen geld meer is te herstellen.” De politieke realiteit was dat Unesco en het Wereld Natuurfonds middels het IOC bescherming van het gebied eisten. Poetin had weinig ruimte. Inmiddels is er een nieuwe plek voor de bobsleeërs. Er hoeft minder weg te worden gebouwd, waardoor de aanpassing ten faveure van het milieu ook financieel goed uitvalt.

Op 7 juli bericht Kommersant over de onrust onder burgers in de stad over de onteigening van hun woningen voor de bouw van sportcomplexen, infrastructuur en hotels. Zo is het gebied met de naam Imeretink gezegend met vruchtbare landbouwgrond en ligt het relatief dichtbij de zee. De bewoners inclusief een commune van oudgelovigen wil niet verhuizen naar de voor hen gereserveerde plekken landinwaarts. De geboortegrond en familiegraven hebben voor hen – net als het milieu voor Poetin – een waarde die niet in geld is uit te drukken.

In de stad zelf zijn er de verouderde huizen, die moeten worden gesloopt. Hier lijkt de wet werkelijk onrechtvaardig. Een gezin dat een geprivatiseerd huis bewoont krijgt in ruil voor dat huis een woonruimte met vergelijkbaar oppervlak. Gezinnen, die een niet geprivatiseerd huis huren, krijgen daarentegen vervangende woonruimte van 18 vierkante meter per persoon. In de meeste gevallen duidelijk meer dan de mensen, die eerder op aanraden van de overheid hun huis geprivatiseerd hebben.
Elders ziet de journalist hoe er 2 meter naast een bestaand houten huis een 18 etage hoge betonnen constructie wordt gebouwd. Een betonnen plaat die losraakt en het huis en bewoners worden verpletterd. De bewoners zeggen dat er oorspronkelijk een vergunning was verstrekt voor de bouw van slechts vier etages.

Dat bouwnormen in de praktijk weinig tot niets betekenen illustreert het voorbeeld van vakantiehuisjes aan de zee. De bouw van huizen is binnen een afstand van 300 meter van de zee verboden. Aanvankelijk werden er vergunningen verstrekt voor steigers. De steigers werden overdekt, ommuurt, kregen nog een etage, etc. Nu worden ze verhuurd.