Roebel
In de afgelopen maand heeft de Centrale Bank de bandbreedte van de roebel ten opzichte van dollar en euro tweemaal met één procent verlaagd. Het kunstmatig hoog houden van de roebel waarde eist te veel van de nationale reserves.
Tussen 14 en 21 november daalden de nationale reserves met ‘slechts’ 3,6 miljard dollar. De week ervoor werd er voor 21,9 miljard dollar aan roebels gekocht. (Deze cijfers zijn overigens niet gelijk aan de uitgaven. Eventuele inkomsten zijn ook meegerekend.) De daling valt deze week lager uit omdat de positie van de dollar ook verzwakte, schrijft Kommersant.
Hoewel de devaluatie geleidelijk en beperkt is, doet het woord ‘devaluatie’ veel Russen denken aan de herfst van ’98, toen de roebel in een maand twee derde van haar waarde verloor. Voormalig directeur van de Centrale Bank Gerasjenko bekritiseert in Rossiiskaja Gazeta het communicatiebeleid van de CB. De CB had zelf duidelijk en op tijd de term koerscorrectie moeten communiceren. Vanaf het moment dat de pers de benaming ‘devaluatie’ ging gebruiken was het te laat. Nu moet de CB uitleggen dat deze devaluatie niet zulke grote gevolgen zal hebben. Russen hoeven zich overigens geen zorgen te maken, aldus Gerasjenko.
Ekspert stelt dat de CB de munt gecontroleerd wil laten dalen tot een natuurlijk marktevenwicht. Maar weet de CB wel waar dat evenwicht ligt? Bestaat er wel zo’n evenwicht? Omdat de daling van de olieprijs een belangrijke reden is voor de dalende waarde van de roebel, vergelijkt Ekspert de huidige roebelkoers met die van maart 2005. Dat was de laatste keer dat een vat olie 50 dollar koste. Sinds die tijd is de roebel ten opzichte van het mandje euro’s en dollars met 31,8% gestegen. Gaat dat er nu weer af? Niet direct. Er spelen immers meer factoren mee.
Mij vertellen deze cijfers wel iets over de mate waarin de waarde van de roebel in de laatste jaren is toegenomen. Nu overal ter wereld de luchtbellen barsten is een gecontroleerde ontluchting zo gek nog niet. Zeker wanneer je daarbij bedenkt dat een lagere roebelwaarde voordeliger is voor de eigen producenten. Concurreren met koopkrachtige importeurs is niet gemakkelijk.