6/23/09

Over koopmannen, dominees en een cultuurliefhebber

Dankzij de passie van aanvankelijke één man kende de BV Nederland een bijzonder weekeinde. Ook de Nederlandse diplomatie kan garen spinnen bij het bezoek van president Medvedev aan Nederland, maar terwijl drommen mensen zich nu vergapen aan de schone kunsten uit het tsaristische Rusland, moet ik tevens concluderen dat het maatschappelijke debat over de al dan niet gemeenschappelijke Europese waarden als vanouds krampachtig was.

Terwijl het snel donker werd en een regenbui dreigde, werd de Russische cultuur vrijdagavond tijdens de opening van de Hermitage aan de Amstel in het zonnetje gezet. Russen worden graag gevleid; met gemeende interesse in hun cultuur en hooggeplaatste ontvangsten. De driekleur die middels drie rondvaartboten door de Amstel voer was wat knullig in vergelijking met de voor een grootmacht gebruikelijke straaljagers. Het vuurwerk was wat calvinistisch. Valse bescheidenheid wordt in Rusland niet gewaardeerd. Hier was wat meer VOC mentaliteit passend geweest. Het zal de crisis wel zijn.

Wanneer ik het programma moet geloven was de Russische president eerder de dag al bij het tevens bescheiden huisje van Peter de Grote in Zaandam geweest. Daarnaast sprak een Russische zaken delegatie in de Bazel aan de Vijzelstraat met de Nederlandse captains of industry. Wij spreken zelden zo over de kopstukken uit ons (deels supranationale) bedrijfsleven, toch merk ik elke keer weer dat de Russische pers juist met bewondering juist deze bewoordingen kiest voor de vertegenwoordigers van onze economische macht.

Nederland als de zeevaartnatie in de 17de eeuw betekent wat in Rusland. Voor ons is voor velen een ongemakkelijke associatie met een rijk doch in retrospect barbaars verleden. De Hermitage aan de Amstel raakt een gevoelige plek. Is het ethisch verantwoord wanneer onze huidige op gelijkwaardigheid gebaseerde maatschappij zich vergaapt aan de culturele rijkdom uit een megalomaan keizerrijk van het verleden? Voorts spreken we hier niet over een oriëntaals rijk ver van ons vandaan. Nee, de Hermitage toont ons juist de verbanden tussen het Russische keizerrijk en ons eigen nationale verleden: Tsarendochter Anna Pavlovna; negen jaar koningin der Nederlanden.

Het aanhalen van de banden met Rusland roept altijd kritiek op. Een Nederlandse kwaliteitskrant schreef over een ‘vals licht’ dat de Russische president op de Nederlandse culturele sector zou werpen. Als argumentatie werd de rechtszaak rond de expositie ‘pas op! religie” in het Sacharov museum in Moskou aangehaald. Deze expositie met zo bleek het voor bepaalde groepen Russisch- Orthodoxe gelovigen kwetsende kunstwerken vond overigens in 2003 plaats en is daarmee wat minder actueel dan het artikel deed voorkomen.

Uiteraard zou ik persoonlijk graag zien dat de rechter ogenblikkelijk concludeert dat de organisatoren weliswaar schuldig zijn, doch gedurende de jarenlange procedures en het verliezen van hun baan al voldoende zijn gestraft. Daarnaast heb ik begrip voor de reacties op de online versie van het artikel, die de bal ogenblikkelijk terugkaatsten door zich af te vragen of de vrijheid van meningsuiting in Nederland wel van een dermate hoge kwaliteit is dat wij het vingertje naar Rusland mogen opheffen. Net zoals de Hermitage ons niet alleen in contact brengt met het Russische verleden, maar ook met ons eigen verleden, dient het debat over de mensenrechten te gaan over de ontwikkelingen in onze beiden maatschappijen.

Ontegenzeggelijk zijn de mensenrechten in Nederland verder ontwikkeld dan in de Russische Federatie. Dit betekent echter niet dat wij als vanuit een ivoren toren, de wereld kunnen verdelen in lichte en donkere plekken. Een dergelijke houding ontneemt ons de zelfreflectie, die vereist is om ons zelf verder te ontwikkelen en daarmee waarachtig een voorbeeld te zijn voor een land als Rusland. In een stille poel, tieren de algen welig.

Juist de zaak rondom het Sacharov museum is bijzonder interessant. Waar liggen de grenzen van het individuele recht tot vrijheid van meningsuiting? In hoeverre geeft de vrijheid van meningsuiting ons het recht anderen te kwetsen in hun geloofsovertuigingen? Deze vragen zijn bijzonder actueel in Nederland en Rusland. Waarom is het dan zo ‘incorrect’ om parallellen te trekken tussen onze beide maatschappijen? Waarom de gemakkelijke eenzijdige veroordeling in plaats van een onderzoekende beschouwing over de verschillen en overeenkomsten in onze maatschappijen?

Bij ieder bezoek van een hoge Russische delegatie voltrekt zich hetzelfde spel. Onze publieke opinie vraagt onze politieke vertegenwoordiging de mensenrechten in Rusland aan te kaarten, ervan uitgaande dat Nederland dit niet durft, omdat men vreest de economische belangen van de BV Nederland te schaden. Vervolgens verschijnt er een persbericht, waarin er te kennen wordt gegeven dat Nederland wel degelijk ‘openhartig’ bepaalde gevoelige punten heeft aangesneden.

Dit spel draait om de onderliggende aanname dat de Russische vertegenwoordiging het ongemakkelijk vindt om over de mensenrechten te spreken, omdat het zich schuldig zou voelen aan structurele schendingen. Deze aanname is slechts ten dele waar. Rusland wil best met ons praten over de mensenrechten, maar dan bijvoorbeeld ook over de mensenrechten van Russischtaligen in de Baltische staten, oftewel de EU. Het klinkt wellicht paradoxaal, maar de Russische diplomatie ergert zich groen en geel aan onze onwil om uit onze ivoren toren af te dalen en een open dialoog aan te gaan.

Neem bijvoorbeeld het overlijden van de moedige cameraman Stan Storimans tengevolge van een ontploffende clusterbom in de Georgische stad Gori. De Nederlandse onderzoekscommissie heeft geconcludeerd dat de clusterbom afkomstig zou moeten zijn uit een Russische iskanderraket waarvan de overblijfselen rondom het plein zijn aangetroffen. Rusland ontkent dit, waarschijnlijk huichelachtig, maar ook enigszins begrijpelijk.

Waarom zou men Russische misdaden toegeven wanneer de Nederlandse regering al maanden weigert om op publiekelijke wijze de aanstichter van het militaire conflict in Georgië te benoemen? Waarom gaan wij geen open dialoog aan over het falen van de OSCE missie, die niet in staat is geweest de wereldpolitiek te alarmeren toen het Georgisch leger manschappen en materieel verzamelde voor hun operatie “ter herstel van de constitutionele orde” of in helder Nederlands “ voor het etnisch zuiveren van het woongebied van de Zuid-Osseten”?

Wanneer we werkelijk een dialoog willen aangaan over onze al dan niet gemeenschappelijke, Europese waarden, dan moeten we ons openstellen voor de Russische kijk op Europa, voor publieke gesprekken over bijvoorbeeld de rol van de NAVO, over plannen een raketschild in Polen en Tsjechië over de oorlog in voormalig Joegoslavië en de rol van Servië, over de burgerrechten van Russische sprekenden in de Pathische staten en over het uitblijven van positieve gevolgen van de oranje revolutie voor good governance in Oekraïne.

Voor een vruchtbare dialoog moeten beide partijen kunnen luisteren en reflecteren. Rusland heeft geheel niet onterecht het idee dat het de afgelopen decennia vooral zij zijn geweest die geluisterd en gereflecteerd hebben. Sinds enkele jaren is de koek op. Wanneer wij geen cadeautjes, meebrengen, gaat de deur niet van de knip.

Hoe triviaal het ook mag klinken, de opening van de Hermitage aan de Amstel als teken van eerbied voor de Russische cultuur, opent een raam van mogelijkheden voor de Nederlands – Russische verhoudingen.

Nederland kan belangrijk zijn, op de manier waarop een kleine doch vooruitstrevend Europese lidstaat een diplomatieke rol kan spelen tussen grootmachten. Medvedev toonde zich in Amsterdam sinds weken weer wat opener voor een dialoog met de Verenigde Staten over het afslanken van het nucleaire arsenaal. In ruil moet de VS wel afzien van het raketschild in Oost-Europa. De nog onbesproken compromis is een variant waarin Rusland een grotere rol zal worden toebedeeld dan Polen en Tsjechië nu hebben gekregen. In dat geval zal de teleurstelling voor de regeringen van beide EU landen verzacht moeten worden. Dit is kortom een slangenkuil waarin een handige Nederlandse diplomatie punten kan scoren.

Een andere mogelijkheid betreft het Russische aanbod tot het opzetten van een tribunaal dat piraten dient te gaan berechten. Nederland heeft ruime ervaring in het organiseren van internationale tribunalen, maar weet ook dat het organiserende land zich verplicht tot het overvliegen en huisvesten van de directe familie van de verdachten. U snapt dat dit in Nederland maatschappelijke gevoelig zal komen te liggen. We moeten dus een ander land bereid vinden om de tribunalen te huisvesten.

Wanneer Nederland dit Russische initiatief met politieke steun en expertise zal steunen, betrekt ons land Rusland binnen de (nog) grotendeels door het westen gedomineerde wereldorde, iets wat Rusland bijzonder op prijs zal stellen. Mogelijk wil Rusland dan nog eens overwegen om protocol 14 van de Raad van Europa te ratificeren.

Rusland is een land dat worstelt met de instrumenten, die het tot zijn beschikking heeft om een rol te spelen op het wereldtoneel. Vaak leiden de brute onderhandelingsmethodes tot de impressie dat het land respect wil afdwingen met brute politieke, economische of zelfs militaire macht. Deze methodes zijn soms effectief, maar werken ook averechts. Het land zou vaker moeten kiezen voor onversneden vormen van soft power.

Wanneer Rusland zich zorgen maakt over een veranderend beeld over bijvoorbeeld de tweede wereldoorlog in de Baltische staten, dan kan het beter historisch onderzoek stimuleren met geld voor conferenties, publicaties en onderzoek. Een hoge regeringscommissie voor met de opdracht geschiedvervalsing tegen te gaan en een wetsvoorstel dat het tegenspreken van de conclusies van het proces van Neurenberg strafbaar maakt, verstoren slechts het klimaat van vertrouwen, waarin soft power effectief kan zijn.

De Hermitage aan de Amstel toont aan dat cultuur en eerbied voor een gezamenlijke geschiedenis onze landen dichter bij elkaar kunnen brengen en dat dit diplomatieke en zakelijke mogelijkheden schept. ‘Soft works’, heeft Medvedev nu ook zelf kunnen zien.

Zelf was ik vrijdagmiddag in Felix Meritus waar zo’n 300 Nederlandse vertegenwoordigers van het midden en kleinbedrijf (en ook een paar grotere) samenkwamen om de mogelijkheden op de Russische markt te bespreken. De EVD en de economische afdeling van de ambassade weten wat ze moeten doen tijdens een presidentieel bezoek; een gezellig ons kent ons voor de vaste kliek van in Rusland actieve Nederlandse zakenmensen met bittergarnituren, haring en jenever.

Puur gericht op de zakelijke aspecten was de bijeenkomst inhoudelijk wel wat eenzijdig. In het kader van de financiële crisis werd ‘sociale onrust’ zijdelings genoemd als risicoverhogende factor. Maar ach, de ondernemer wordt toch vooral aangespoord in de potentie van de Russische markt te geloven, want dat land begrijpen dat kan je toch niet. (asjeblieft waardige sprekers! De volgende keer neer Tjoetsjef meer)

Later op de avond liep ik langs een groep studenten met T-shirts waarop geschreven stond dat zij van de Russische pers waren. Nu heb ik wel eens Russische journalisten gezien en die dragen geen witte shirts met daarop in rode verf geschreven ‘Russian media’. Ze maakten zich op het cultuurminnend publiek bij de Blauwbrug te confronteren met de pers(on)vrijheid in Rusland. Mijn cultuurminnend metgezel riep ze voor de grap in het Russisch toe dat we ze aan het afluisteren waren. Ze verstonden hem niet. Aan de kaden hingen gele banden met daarop de naam van de dit jaar vermoorde mensenrechtenactivist Markelov. Later die avond, zag ik een vrouw in een eenzame protestmars met beeltenis van Anna Politkovskaja.

Dat was dan - samen met ingezonden stukken van Amnesty en het COC, alsmede het persbericht dat onze premier de dood van Stan Storimans ter sprake heeft gebracht - de publieke dialoog over de mensenrechten en onze al dan niet gemeenschappelijke Europese waarden.

Het is niet goed lang te speculeren over de redenen voor deze vertoning van krampachtigheid. Ik ben immers in zo’n jubelstemming, nu de Hermitage aan de Amstel zo’n pertinent positief symbool vormt voor de Nederlands Russische verhoudingen. De brandende vraag is hoe we deze opwaartse spiraal kunnen voortzetten.

De Hermitage aan de Amstel laat ons samen naar het verleden kijken en het is een succes. Wat voor een succes kan het niet opleveren, wanneer we ook samen naar het heden en de toekomst gaan kijken? Ik stel voor dat we de schroom van ons afgooien en een conferentie organiseren met als onderwerp de al dan niet gezamenlijke Europese waarden en de mensenrechtensituatie in Rusland en Europa. We doen dit dan echter niet met de bekende Russische liberalen van wie we weten dat ze steevast in ons straatje praten. Nee, dit keer nodigen we echte opiniemakers uit Rusland uit en we gaan met hen in open debat, over de democratie in Rusland, over de persvrijheid, over de arbitraire rechtspraak, over de mensenrechten in de gevangenissen, en we zetten ook over de onderwerpen op de agenda waarover Rusland graag wil praten en die wij liever onder het kleed vegen.

De studenten, die nu in een achteraf steegje protestacties plannen, kunnen dan ook genieten van borrelgarnituren, van haring en jenever. We zijn niet langer een land verdeeld in koopmannen en dominees, maar samen sociaal betrokken en maatschappelijk verantwoord ondernemend. Weg met de zweem van hypocrisie rondom de relatie met Rusland. Bespreek de gevoeligheden publiekelijk en creëer draagvlak voor economische en politieke samenwerking. Op drassige bodem staan pijpleidingen wankel.

6/9/09

Response to Robert Coalson at RFE/RL

Robert Coalson at RFE/RL has been so kind to devote a post on his blog the 'Power Vertical'to a comment I left there. My response to his response contains double the amount of characters a blog comment allows, so i decided to copy-paste it here and link to this website from their comment section.

Dear Robert Coalson,

I am delighted to hear my comments sent you on a voyage of discovery. Please consider the below comment a well intended continuation of a conversation.

Let me first return to the initial post that prompted our exchange of opinions. There you wrote that you “think some sort of “thawing” is taking place (not a liberalization, but a kind of reorientation as factions within the ruling elite compete for a dwindling pool of resources).” Whether such a reorientation of factions can be described as a liberalization, I will leave to the historians.

I was drawn to this sentence because I like the framework of competing factions to explain developments in Russian politics. Honestly said, I had hoped and still hope that this aspect of our conversation is to be the one to set you on a voyage of discovery, but it did not and so be it.

To be clear with these factions I do not mean the so called liberal and silovik towers in the Kremlin, but something I would refer to as stakeholders in the company called Russia; these can indeed be the various siloviye and economic ministries and state organs, but also big business, the SME lobby, the juridical corpus, civil society representatives, governors, political parties, middle class, pensioners etc.. With every new president the relations between the center and these various stakeholders acquire new meaning. These are therefore interesting times for us ‘russiawatchers’.

I mention this because even though ‘the power vertical’ is the right concept to explain major tendencies within Putin’s two presidencies,‘the power vertical’ is a too limited concept to explain the full scope of developments taking place inside Russia. I may interpret you wrong, but for me the term suggests the image from a cold war movie with a soviet desk with some twenty telephones, from which orders are given to amongst others party representatives (in our times multiple parties), history teachers and pollsters.

Modern Russia’s society - I am convinced -is much too open and diverse for such control to be effective. This is most likely the crux of our conflicting opinions. Your professional affiliation with Russia originates in the Cold War, while I visited Russia for the first time in 2000. For you – it seems - modern Russia has (still) to prove it is different country from the Soviet Union. For me, you will have to prove that modern Russia is indeed as totalitarian as you suggest it is. As people who stand for freedom and pluralism of opinion, let us say our opinions should strive to be complementary.

Let us get concrete and talk about VTsIOM. The right approach to prove your alleged VTsIOM subordinance to the Power Vertical either trough Surkov’s office or the United Russia office is to point at differences in polling results between VTsIOM and other polling agencies. I still challenge you to find such examples.

The post that sparked this conversation mentioned differences in interpretation. ‘VTsIOM General Director Valery Fyodorov told RFE/RL that “a process of adapting to the crisis is under way,” while Levada Center researcher Natalya Bondarenko concluded that “the growth of pessimism” has slowed in Russia, but there is no increase in optimism about the crisis.

To be clear, this is no example of conflicting results, but one of conflicting interpretations. We will both welcome differences of interpretation as a sign of pluralism of thought, but I assume that you have interpreted this difference of interpretation as a sign VTsIOM has been given orders through the Power Vertical to make positive interpretations.

I was not entirely convinced this is the case. I could also imagine that it could be VTsIOM’s own policy to look for positive signs in these hard times. One could call such a policy ‘social responsible’, perhaps overdone, perhaps discussed with people in politics, but not necessarily the result of orders coming top down through the power vertical.

In you most recent blogpost you bring forth additional arguments for VTsIOM’s subordinance to the Power Vertical. I am not really sure what you wish to explain with the list of the companies partners. Yes, the large majority consists of entities, you might refer to as pro-Kremlin. I think that is a logical state of affairs in a country in which the majority of the people think it unwise to touch upon the current division of power and property symbolized by the Kremlin, but then again you consider Putin’s popularity to be a myth. As I most likely cannot convince you otherwise by citing the polls conducted for years by various polling agencies, I’d rather not attempt to do so.

The Morar piece you cite refers to periodic coordination about the survey questions between the VTsIOM director and Chesnakov, who worked in Surkov’s office at the time. Well, when the Presidential Administration, listed as VTsIOM client on their website - is commissioning these surveys, it has every right to coordinate the questions and read the press release before it goes public.

I can understand you find it unfortunate that it is the PA that is commissioning these weekly political surveys. I agree, but can you tell me who then is qualified to commission such polls or what type of funding for such polls you find appropriately independent?

So the PA has had opportunity and perhaps even the motive to cook the polls it commissioned, but why then don’t we see flagrant discrepancies with non state commissioned polls? Why do VTsIOM polls for example show that sympathies for Stalin have dropped between 2005 and 2008 from 50% to 28% and that preference for a Stalin type of leader declined from 42% in 2005 to 18% in 2008?

What is it? Is the ‘Kremlin’ actively promoting a positive image of Stalin? Or is VTsIOM an instrument of Kremlin policy? Please decide. You cannot have it both ways.

Moreover, it might be comforting for you to know that Chesnakov was fired in March 2008; according to Kommersant sources because Surkov thought the United Russia campaign and work style in general too aggressive.

Conclusively, there are certainly connections between the PA and VTsIOM, but calling it ‘a quasi-state agency’ and ‘virtually a wing of the ruling United Russia party’ is a bit over the top for me. But then I again I can understand that with your background you require VTsIOM to prove its innocence, while I with my background I want to verify your assumption of guilt.

Similarly I cannot agree with your assumptions of a pervasive control over the party system and civil society from out of Surkov’s office. I will not dispute that Surkov’s position is immensely influential. We know the Public Chamber overseeing the distribution of grants to the NGO sector consists of people directly and indirectly appointed by the president. We know party projects like Spravedlivaya Rossiya and Pravoye Delo were founded with active consent and assistance out of the PA. You may call these organizations astroturf as in fake grassroots organizations, but that does not mean these organizations do not operate out of their own interests and formulate their own critical position vice versa both president and government.

Their loyalty means following the consensus not to touch upon the existing division of powers and not to call for an elite changing revolution. Russia has lived through enough revolutions and seen enough turmoil. Evolution not revolution should be the way forward. Who can say they are wrong?

Surkov’s work therefore is a coin with two sides. Yes his policies have – as you write- been containing political discussion and muting dissent. At the same time he – as part of the Putin team - has been able to build consensus around a gradual path of modernization including the early signs of something resembling a welfare state and - as they see it- a sustainable form of democratization.

The lessons of Soviet Union collapse run deep: Russia needs an elite that can renew itself, but without sudden shocks. The Russian economy needs a free plural society so its people may use their economic potential to the max. On the other hand this freedom may not lead to a rise in criminality, tax evasion and another parade of sovereignties.

The lack of a pluralist party system and not one dominated by a United Russia that fears open debate is not so much a question of political will at the top, but one of the institutional constraints such a large party with about every governor and mayor of a large cities creates for itself. Putin and Surkov must be well aware they have created a monster. Putin’s choice for non-party member Medvedev, his own decision to go and sit on top of UR ambitions and recent activity around Pravoye Delo can hardly be interpreted otherwise.

Similarly, the fight against corruption and reform of the penal- and court systems, let alone the creation of a more diverse economy depend only to degree upon the political will within the Kremlin towers. The main constraints are institutional and cultural.

Finally, the idea that public opinion in Russia is shaped out of Surkov’s office by means of subordinated polling agencies and that consequentially Putin’s popularity is a myth or that anti-American sentiments have little to do with US actions, but all the more with an anti-Americanism promoted by Putin is in my humble opinion a fallacy, promoting the wrong type of approach to ‘getting Russia right’ and a major cause for ‘loosing Russia’.

Nothing is as destructive for a relationship as well intended but mistaken criticism. Russia needs our criticism in its development towards a society with a stronger and more plural set of institutions that may truly ensure peoples rights and freedoms. It’s not only their responsibility to move forward, it is also our responsibility to assist Russia with quality criticism. Like they can fail, we can fail too.

I am looking forward to continue our discussion.

With kind regards,
Joera Mulders

The Netherlands
www.eunis.eu
www.twitter.com/russiawatchers

5/8/09

Zorkin interview

The Commentariat has been so busy discussing Medvedev’s achievements after one year in office that it’s very likely to have missed an interview with Constitutional Court chairman Valery Zorkin. Yet, this Kommersant interview may tell us as much about Medvedev’s achievements and strategy than the words of the president himself.

It may sound as a paradox to many of you, but Russia's ruling elite is well aware it needs a competitive political system and independent courts to stand the test of time. The question is how to achieve these objectives. We often confuse the lack of political will with the inability to change society from inside Kremlin walls.

Putin may have tried too hard to achieve these goals, assigning his presidential administration with tasks that should have been left to other branches of power and other political or civil entities. Medvedev seems to have chosen a different management strategy, a strategy of empowerment.

Medvedev's interview with Novaya Gazeta was univocally welcomed as a signal that the president values opposition media. He did not tell them what or how to write, he indicated the rest of the country that the newspapers and its journalists have the right to live and work freely.

Medvedev did not have someone buy the paper to guarantee its freedom from another person or group, as Putin has done for others. He seems to have a more delicate understanding of the complementary functions the different institutions of state and society have. For the moment that is. When other actors are not capable of sufficient initiative, alike his predecessor Medvedev may come to believe he is the only man that can get this country in motion.

On the 7th May the Constitutional Court chairman stepped up to the plate, giving his president the best one year inauguration present there could be. After having carefully laid out the functions and mandate of the Constitutional Court, Valery Zorkin put forward a proposal to enhance that function.

Referring to the recent changes to the length of the parliamentary and presidential terms, approved by the legislative branch, he agreed that these amendments did not contradict the essence of the constitution, but that it had been prudent, had the Constitutional Court had the legal right to verify these amendments to the Constitution.

He then called upon any state organ with the power to initiate a draft law – and foremost the president himself – to adopt new legislation giving the Constitutional Court the duty to verify amendments to the constitution with the spirit of the constitution. Such legislation would insure the president and the lawmakers against the adoption of destructive constitutional norms, Zorkin argues.

Effectively, Zorkin aims to boost the function of the court as a referee between various political institutions as well as state and society. There are many ways how his proposal could turn out a paper tiger, yet the importance of this interview is that Zorkin has understood this is the time to take responsibility for the development of the judiciary and stepped up the plate.

For those of you who understand Russian, the interview in Kommersant is a good read. A lot more subjects are touched upon. The journalist was well prepared and had found a breach in Zorkin's diplomatic language. In a recent lecture Zorkin had said he approved of 'elements of authoritarianism' in the government of the country. What did he mean by did? Did the presidential and executive powers need such 'ideological support,' the interviewer asked.

In sober but constructive fashion Zorkin describes Russia location within its transition process. Contemporary Russia has certain elements of authoritarianism, he says, but these are the practical implementations in the transition from an unjust past to a new democracy. Zorkin offers various historical references, which we have heard before when describing today's Russia; Konrad Adenhauer, Charles de Gaulle, Franklin Roosevelt, as well as George W Bush.

Because of the accusations brought forward from the West, we (Russians) fear the mentioning of the term authoritarianism like the devil, he notes. Referring to the Moliere play character monsieur Jourdain, who suddenly finds out he has been speaking in prose all his life, Zorkin seems to suggest that the focus on the negative refrains Russian citizens from recognizing what they have ( in terms of democracy). I agree and add that this counts for many foreign commentators.
Finally, I would like to mention Valerii Zorkin's refusal to answer a question related to Khodorkovsky second case, explaining his case might end up at the Constitutional Court. This seems a viable scenario and much better for Russia than a telephone call from Good Tsar Medvedev to a local court or the prosecutor to abandon prosecution.

I must say that I remain somewhat puzzled by continuous calls in western media upon president Medvedev to interfere in Khodorkovsky’s second court case. The former Yukos president’s trials may have taken twisted turns, but that does not justify a breach of the separation of powers.

Russia’s transition is all about responsibility and initiative. This president seems to have chosen a strategy of empowerment. I’d would be wise not only to watch him, but also to monitor the space he leaves for others.

1/17/09

Enkele punten inzake gasconflict

Het gastransit door Oekraïne ligt nu 10 dagen stil. Dit weekeinde wordt er in groot gezelschap in Moskou gepraat. Hopelijk vindt men een oplossing voor de hervatting van de transit. Dat is echter pas de eerste stap. Zo lang Oekraïne niet staat is om de stapsgewijze gangnaar marktprijzen te financieren blijft de Europese gasvoorziening uiterst onbetrouwbaar. De EU kan ook niet verwachten dat Rusland en Oekraïne er samen uitkomen. De morele steun aan de Oranje Revolutie dient nu gevolgd te worden door financiële betrokkenheid. Hieronder enkele punten van aandacht voor de geïnteresseerden onder u.

1/ Eén van de afspraken tussen Oekraïne en Rusland omvat een stapsgewijze gang naar marktprijzen. In 2009 betaalt Kiev 50%, in 2010 75%, in 2011 100%.

De landen rondom Oekraïne betalen in het eerste kwartaal van 2009 een prijs van $470 per 1000 m3 gas, West-Europa nog iets meer. In de maand oktober van het vorige jaar bood Gazprom en prijs van $250 en Naftogaz een prijs van $201per 1000 kuub gas. Vervolgens leek overeenstemming te zijn over een prijs van $238. Deze deal verdween echter weer van tafel.

Gazprom blufte door achtereenvolgens $340, $450 en $470 te bieden. Naftogaz kreeg geen politiek mandaat uit Kiev mee om over deze prijzen te onderhandelen. Gazprom snijdt zichzelf in de vinger met deze hoge prijzen. In de PR oorlog, immers, lijkt Gazprom nu erg onredelijk. Op lange termijn is deze botte tactiek zo gek nog niet. Oekraïne en de wereld dienen er aan te wennen dat binnen enkele jaren de prijzen echt zo hoog zullen stijgen.

Wij, toeschouwers dienen niet te vergeten dat het voor 2009 niet om dergelijke bedragen gaat. De initiële ruzie ging om een tiental dollars boven of onder de $238 en uiteindelijk zal men ook op zo’n bedrag uitkomen.

Gazprom /Rusland ‘subsidieert’ Oekraïne dan nog steeds voor ongeveer $10 miljard per jaar. Dit is in dezelfde orde als de IMF steun aan Kiev. Is het gek dat Moskou daarvoor enige coulance verwacht? Minsk betaalt ook een relatief lagere prijs, maar verkoopt wel geleidelijk de eigen gasleidingen aan Gazprom.

2/ We horen in de media bijna niets over de rol van tussenpersoon RosOekrEnergo. Dat is best vreemd want officieel betaalt RosOekrEnergo Gazprom vooruit voor de gasleveranties aan Oekraïne, waarna Naftogaz RosOekrEnergo vergoed. Naftogaz staat dus in het krijt bij RosOekrEnergo, niet bij Gazprom. Gazprom is wel voor 50% eigenaar van RosOekrEnergo. De andere grootaandeelhouder is de Oekraïense tycoon Firtasj. Hij bezit 45% van het bedrijf.

Rusland en Oekraïne claimen zelf geen behoefte aan de tussenpersoon te hebben en beschuldigen de ander van het koesteren van RosOekrEnergo. RosOekrEnergo zou de ideale strijkstok zijn voor respectievelijk de Russische en Oekraïense leiders om een extra zakcentje bij te verdienen. Mijns inziens is het taak nummer één voor de EU om te zorgen dat beide partijen direct zaken gaan doen en niet via schimmige constructies.

Deze schimmige constructie bestaat om twee redenen. Ten eerste, faciliteerde RosOekrEnergo de transit van relatief goedkoop Centraal-Aziatisch gas naar de Oekraïense markt. Sinds maart 2008 is er echter een akkoord tussen Rusland en Turkmenistan over de levering van gas aan Oekraïne voor marktprijzen. RosOekrEnergo lijkt daar een belangrijke functie verloren te hebben. De tweede functie van RosOekrEnergo is de financiering van de gasexport naar Oekraïne. Export dient immers vooraf betaald te worden. Wil men van RosOekrEnergo af, dan dient de export dient dus op een andere wijze gefinancierd te worden. Niet voor niets kijken de partijen naar de EU.

3/ Het mislukken van de recente pogingen om de transit te hervatten heeft ook een technische kant. Gazprom zegt dat de twee transitpijpen dicht zitten. Naftogaz zegt dat het zonder ‘technisch gas’ niet voor transport kan zorgen. Zij bieden aan de transit via leidingen voor nationaal gebruik te leiden. Daar is nog wel ‘technisch’ gas. Gazprom eist echter dat de transit via de reguliere route verloopt.

De reguliere route is nu dus ‘leeg’. Er moet dus technisch gas komen. Gazprom zegt dat Naftogaz dat zelf kan leveren uit de ‘gestolen’ voorraden. De Oekraïense politici zullen dit niet snel toestaan aan Naftogaz, omdat dit de Oekraïense voorraden vermindert en daarmee de onderhandelingspositie van Kiev verzwakt. Het ligt voor de hand dat ook EU landen betrokken zullen worden bij de financiering van dit ‘technische gas’.

Onafhankelijke experts zeggen dat zelfs wanneer er ‘technisch gas’ komt het een week kan duren voordat de transit hervat kan worden. Naftogaz spreekt over 36 uur.
Het is nog onduidelijk hoe gevaarlijk deze blufspelletjes zijn voor de leeftijd van de pijpleidingen. Europese waarnemers worden nog steeds niet toegelaten in de centrale controlekamer van Naftogaz.

4/ De bovenstaande punten laten zien hoe de EU betrokken raakt bij de financiering van Oekraine’s gang naar marktprijzen. Dit lijkt oneerlijk. Moeten wij hun problemen oplossen?

Vanuit een realistisch geopolitiek oogpunt is dit echter niet vreemd. De oranje revolutie van 2005 leidde immers niet tot de onafhankelijkheid van Oekraïne. Kiev kan de eigen onafhankelijkheid (nog) niet betalen. Kiev’s geruzie met Moskou is geen onafhankelijkheidsstrijd. Het is een strijd om westerse aandacht en steun.

Blijkbaar geeft ‘het Westen’ bepaalde Oekraïense politici het idee dat de Europese hoofdsteden in ruil voor anti-Russische retoriek de Oekraïense rekeningen zullen betalen. Dit is geen incident. Joestsjenko’s misrekening komt nauw overeen met de verkeerde inschatting van kameraad Saakasjvili. Het gasconflict en het militaire conflict in en rondom Georgië en Zuid-Ossetië tonen eenzelfde patroon. Leiders die aan de macht zijn gekomen door een gekleurde revolutie zoeken bewust het conflict met Rusland om ‘westerse’ steun en aandacht vast te houden.

Oud-Europa doet er verstandig aan om (1) duidelijk aan te geven dat dit soort spelletjes niets opleveren, (2) eens goed met Washington te praten over de positie van ‘het Westen’ inzake de GOS landen en (3) in te zien dat de morele steun gegeven tijdens gekleurde revoluties nu financiële verplichtingen brengt.

De EU en Rusland dienen samen de Oekraïense gang naar marktprijzen te financieren en daarbij moeten ze gezamenlijk eisen dat Kiev een toontje lager gaat zingen. Gebeurt dit niet dan blijven Moskou en Brussel chantabel door pro-westerse GOS-leiders. Kiev zal ook iets moeten inbrengen. Overname van de gasleidingen door een Europees-Russisch Consortium kan niet worden uitgesloten.

Wuift de EU de eigen verantwoordelijkheid weg, dan is het volgend jaar opnieuw raak.