6/23/09

Over koopmannen, dominees en een cultuurliefhebber

Dankzij de passie van aanvankelijke één man kende de BV Nederland een bijzonder weekeinde. Ook de Nederlandse diplomatie kan garen spinnen bij het bezoek van president Medvedev aan Nederland, maar terwijl drommen mensen zich nu vergapen aan de schone kunsten uit het tsaristische Rusland, moet ik tevens concluderen dat het maatschappelijke debat over de al dan niet gemeenschappelijke Europese waarden als vanouds krampachtig was.

Terwijl het snel donker werd en een regenbui dreigde, werd de Russische cultuur vrijdagavond tijdens de opening van de Hermitage aan de Amstel in het zonnetje gezet. Russen worden graag gevleid; met gemeende interesse in hun cultuur en hooggeplaatste ontvangsten. De driekleur die middels drie rondvaartboten door de Amstel voer was wat knullig in vergelijking met de voor een grootmacht gebruikelijke straaljagers. Het vuurwerk was wat calvinistisch. Valse bescheidenheid wordt in Rusland niet gewaardeerd. Hier was wat meer VOC mentaliteit passend geweest. Het zal de crisis wel zijn.

Wanneer ik het programma moet geloven was de Russische president eerder de dag al bij het tevens bescheiden huisje van Peter de Grote in Zaandam geweest. Daarnaast sprak een Russische zaken delegatie in de Bazel aan de Vijzelstraat met de Nederlandse captains of industry. Wij spreken zelden zo over de kopstukken uit ons (deels supranationale) bedrijfsleven, toch merk ik elke keer weer dat de Russische pers juist met bewondering juist deze bewoordingen kiest voor de vertegenwoordigers van onze economische macht.

Nederland als de zeevaartnatie in de 17de eeuw betekent wat in Rusland. Voor ons is voor velen een ongemakkelijke associatie met een rijk doch in retrospect barbaars verleden. De Hermitage aan de Amstel raakt een gevoelige plek. Is het ethisch verantwoord wanneer onze huidige op gelijkwaardigheid gebaseerde maatschappij zich vergaapt aan de culturele rijkdom uit een megalomaan keizerrijk van het verleden? Voorts spreken we hier niet over een oriëntaals rijk ver van ons vandaan. Nee, de Hermitage toont ons juist de verbanden tussen het Russische keizerrijk en ons eigen nationale verleden: Tsarendochter Anna Pavlovna; negen jaar koningin der Nederlanden.

Het aanhalen van de banden met Rusland roept altijd kritiek op. Een Nederlandse kwaliteitskrant schreef over een ‘vals licht’ dat de Russische president op de Nederlandse culturele sector zou werpen. Als argumentatie werd de rechtszaak rond de expositie ‘pas op! religie” in het Sacharov museum in Moskou aangehaald. Deze expositie met zo bleek het voor bepaalde groepen Russisch- Orthodoxe gelovigen kwetsende kunstwerken vond overigens in 2003 plaats en is daarmee wat minder actueel dan het artikel deed voorkomen.

Uiteraard zou ik persoonlijk graag zien dat de rechter ogenblikkelijk concludeert dat de organisatoren weliswaar schuldig zijn, doch gedurende de jarenlange procedures en het verliezen van hun baan al voldoende zijn gestraft. Daarnaast heb ik begrip voor de reacties op de online versie van het artikel, die de bal ogenblikkelijk terugkaatsten door zich af te vragen of de vrijheid van meningsuiting in Nederland wel van een dermate hoge kwaliteit is dat wij het vingertje naar Rusland mogen opheffen. Net zoals de Hermitage ons niet alleen in contact brengt met het Russische verleden, maar ook met ons eigen verleden, dient het debat over de mensenrechten te gaan over de ontwikkelingen in onze beiden maatschappijen.

Ontegenzeggelijk zijn de mensenrechten in Nederland verder ontwikkeld dan in de Russische Federatie. Dit betekent echter niet dat wij als vanuit een ivoren toren, de wereld kunnen verdelen in lichte en donkere plekken. Een dergelijke houding ontneemt ons de zelfreflectie, die vereist is om ons zelf verder te ontwikkelen en daarmee waarachtig een voorbeeld te zijn voor een land als Rusland. In een stille poel, tieren de algen welig.

Juist de zaak rondom het Sacharov museum is bijzonder interessant. Waar liggen de grenzen van het individuele recht tot vrijheid van meningsuiting? In hoeverre geeft de vrijheid van meningsuiting ons het recht anderen te kwetsen in hun geloofsovertuigingen? Deze vragen zijn bijzonder actueel in Nederland en Rusland. Waarom is het dan zo ‘incorrect’ om parallellen te trekken tussen onze beide maatschappijen? Waarom de gemakkelijke eenzijdige veroordeling in plaats van een onderzoekende beschouwing over de verschillen en overeenkomsten in onze maatschappijen?

Bij ieder bezoek van een hoge Russische delegatie voltrekt zich hetzelfde spel. Onze publieke opinie vraagt onze politieke vertegenwoordiging de mensenrechten in Rusland aan te kaarten, ervan uitgaande dat Nederland dit niet durft, omdat men vreest de economische belangen van de BV Nederland te schaden. Vervolgens verschijnt er een persbericht, waarin er te kennen wordt gegeven dat Nederland wel degelijk ‘openhartig’ bepaalde gevoelige punten heeft aangesneden.

Dit spel draait om de onderliggende aanname dat de Russische vertegenwoordiging het ongemakkelijk vindt om over de mensenrechten te spreken, omdat het zich schuldig zou voelen aan structurele schendingen. Deze aanname is slechts ten dele waar. Rusland wil best met ons praten over de mensenrechten, maar dan bijvoorbeeld ook over de mensenrechten van Russischtaligen in de Baltische staten, oftewel de EU. Het klinkt wellicht paradoxaal, maar de Russische diplomatie ergert zich groen en geel aan onze onwil om uit onze ivoren toren af te dalen en een open dialoog aan te gaan.

Neem bijvoorbeeld het overlijden van de moedige cameraman Stan Storimans tengevolge van een ontploffende clusterbom in de Georgische stad Gori. De Nederlandse onderzoekscommissie heeft geconcludeerd dat de clusterbom afkomstig zou moeten zijn uit een Russische iskanderraket waarvan de overblijfselen rondom het plein zijn aangetroffen. Rusland ontkent dit, waarschijnlijk huichelachtig, maar ook enigszins begrijpelijk.

Waarom zou men Russische misdaden toegeven wanneer de Nederlandse regering al maanden weigert om op publiekelijke wijze de aanstichter van het militaire conflict in Georgië te benoemen? Waarom gaan wij geen open dialoog aan over het falen van de OSCE missie, die niet in staat is geweest de wereldpolitiek te alarmeren toen het Georgisch leger manschappen en materieel verzamelde voor hun operatie “ter herstel van de constitutionele orde” of in helder Nederlands “ voor het etnisch zuiveren van het woongebied van de Zuid-Osseten”?

Wanneer we werkelijk een dialoog willen aangaan over onze al dan niet gemeenschappelijke, Europese waarden, dan moeten we ons openstellen voor de Russische kijk op Europa, voor publieke gesprekken over bijvoorbeeld de rol van de NAVO, over plannen een raketschild in Polen en Tsjechië over de oorlog in voormalig Joegoslavië en de rol van Servië, over de burgerrechten van Russische sprekenden in de Pathische staten en over het uitblijven van positieve gevolgen van de oranje revolutie voor good governance in Oekraïne.

Voor een vruchtbare dialoog moeten beide partijen kunnen luisteren en reflecteren. Rusland heeft geheel niet onterecht het idee dat het de afgelopen decennia vooral zij zijn geweest die geluisterd en gereflecteerd hebben. Sinds enkele jaren is de koek op. Wanneer wij geen cadeautjes, meebrengen, gaat de deur niet van de knip.

Hoe triviaal het ook mag klinken, de opening van de Hermitage aan de Amstel als teken van eerbied voor de Russische cultuur, opent een raam van mogelijkheden voor de Nederlands – Russische verhoudingen.

Nederland kan belangrijk zijn, op de manier waarop een kleine doch vooruitstrevend Europese lidstaat een diplomatieke rol kan spelen tussen grootmachten. Medvedev toonde zich in Amsterdam sinds weken weer wat opener voor een dialoog met de Verenigde Staten over het afslanken van het nucleaire arsenaal. In ruil moet de VS wel afzien van het raketschild in Oost-Europa. De nog onbesproken compromis is een variant waarin Rusland een grotere rol zal worden toebedeeld dan Polen en Tsjechië nu hebben gekregen. In dat geval zal de teleurstelling voor de regeringen van beide EU landen verzacht moeten worden. Dit is kortom een slangenkuil waarin een handige Nederlandse diplomatie punten kan scoren.

Een andere mogelijkheid betreft het Russische aanbod tot het opzetten van een tribunaal dat piraten dient te gaan berechten. Nederland heeft ruime ervaring in het organiseren van internationale tribunalen, maar weet ook dat het organiserende land zich verplicht tot het overvliegen en huisvesten van de directe familie van de verdachten. U snapt dat dit in Nederland maatschappelijke gevoelig zal komen te liggen. We moeten dus een ander land bereid vinden om de tribunalen te huisvesten.

Wanneer Nederland dit Russische initiatief met politieke steun en expertise zal steunen, betrekt ons land Rusland binnen de (nog) grotendeels door het westen gedomineerde wereldorde, iets wat Rusland bijzonder op prijs zal stellen. Mogelijk wil Rusland dan nog eens overwegen om protocol 14 van de Raad van Europa te ratificeren.

Rusland is een land dat worstelt met de instrumenten, die het tot zijn beschikking heeft om een rol te spelen op het wereldtoneel. Vaak leiden de brute onderhandelingsmethodes tot de impressie dat het land respect wil afdwingen met brute politieke, economische of zelfs militaire macht. Deze methodes zijn soms effectief, maar werken ook averechts. Het land zou vaker moeten kiezen voor onversneden vormen van soft power.

Wanneer Rusland zich zorgen maakt over een veranderend beeld over bijvoorbeeld de tweede wereldoorlog in de Baltische staten, dan kan het beter historisch onderzoek stimuleren met geld voor conferenties, publicaties en onderzoek. Een hoge regeringscommissie voor met de opdracht geschiedvervalsing tegen te gaan en een wetsvoorstel dat het tegenspreken van de conclusies van het proces van Neurenberg strafbaar maakt, verstoren slechts het klimaat van vertrouwen, waarin soft power effectief kan zijn.

De Hermitage aan de Amstel toont aan dat cultuur en eerbied voor een gezamenlijke geschiedenis onze landen dichter bij elkaar kunnen brengen en dat dit diplomatieke en zakelijke mogelijkheden schept. ‘Soft works’, heeft Medvedev nu ook zelf kunnen zien.

Zelf was ik vrijdagmiddag in Felix Meritus waar zo’n 300 Nederlandse vertegenwoordigers van het midden en kleinbedrijf (en ook een paar grotere) samenkwamen om de mogelijkheden op de Russische markt te bespreken. De EVD en de economische afdeling van de ambassade weten wat ze moeten doen tijdens een presidentieel bezoek; een gezellig ons kent ons voor de vaste kliek van in Rusland actieve Nederlandse zakenmensen met bittergarnituren, haring en jenever.

Puur gericht op de zakelijke aspecten was de bijeenkomst inhoudelijk wel wat eenzijdig. In het kader van de financiële crisis werd ‘sociale onrust’ zijdelings genoemd als risicoverhogende factor. Maar ach, de ondernemer wordt toch vooral aangespoord in de potentie van de Russische markt te geloven, want dat land begrijpen dat kan je toch niet. (asjeblieft waardige sprekers! De volgende keer neer Tjoetsjef meer)

Later op de avond liep ik langs een groep studenten met T-shirts waarop geschreven stond dat zij van de Russische pers waren. Nu heb ik wel eens Russische journalisten gezien en die dragen geen witte shirts met daarop in rode verf geschreven ‘Russian media’. Ze maakten zich op het cultuurminnend publiek bij de Blauwbrug te confronteren met de pers(on)vrijheid in Rusland. Mijn cultuurminnend metgezel riep ze voor de grap in het Russisch toe dat we ze aan het afluisteren waren. Ze verstonden hem niet. Aan de kaden hingen gele banden met daarop de naam van de dit jaar vermoorde mensenrechtenactivist Markelov. Later die avond, zag ik een vrouw in een eenzame protestmars met beeltenis van Anna Politkovskaja.

Dat was dan - samen met ingezonden stukken van Amnesty en het COC, alsmede het persbericht dat onze premier de dood van Stan Storimans ter sprake heeft gebracht - de publieke dialoog over de mensenrechten en onze al dan niet gemeenschappelijke Europese waarden.

Het is niet goed lang te speculeren over de redenen voor deze vertoning van krampachtigheid. Ik ben immers in zo’n jubelstemming, nu de Hermitage aan de Amstel zo’n pertinent positief symbool vormt voor de Nederlands Russische verhoudingen. De brandende vraag is hoe we deze opwaartse spiraal kunnen voortzetten.

De Hermitage aan de Amstel laat ons samen naar het verleden kijken en het is een succes. Wat voor een succes kan het niet opleveren, wanneer we ook samen naar het heden en de toekomst gaan kijken? Ik stel voor dat we de schroom van ons afgooien en een conferentie organiseren met als onderwerp de al dan niet gezamenlijke Europese waarden en de mensenrechtensituatie in Rusland en Europa. We doen dit dan echter niet met de bekende Russische liberalen van wie we weten dat ze steevast in ons straatje praten. Nee, dit keer nodigen we echte opiniemakers uit Rusland uit en we gaan met hen in open debat, over de democratie in Rusland, over de persvrijheid, over de arbitraire rechtspraak, over de mensenrechten in de gevangenissen, en we zetten ook over de onderwerpen op de agenda waarover Rusland graag wil praten en die wij liever onder het kleed vegen.

De studenten, die nu in een achteraf steegje protestacties plannen, kunnen dan ook genieten van borrelgarnituren, van haring en jenever. We zijn niet langer een land verdeeld in koopmannen en dominees, maar samen sociaal betrokken en maatschappelijk verantwoord ondernemend. Weg met de zweem van hypocrisie rondom de relatie met Rusland. Bespreek de gevoeligheden publiekelijk en creëer draagvlak voor economische en politieke samenwerking. Op drassige bodem staan pijpleidingen wankel.