3/11/08

De Russische identiteit en de relatie met Europa in cijfers

Rossiiskaja Gazeta bespreekt een onderzoek van de Russische Academie voor Wetenschappen naar de houding van Russen ten opzichte van de eigen identiteit en andere landen en machtsblokken in de wereld. De resultaten worden vergeleken met onderzoeken uit 1998 en 2004. Eerst kort enkele uitkomsten.

Stabiele periodes worden sterk gewaardeerd. 57% van de respondenten wil het liefst in ‘de stabiliteit van Poetin’ leven. 26% geeft de voorkeur aan de dooi onder Breznjev.
De extreem nationalistische groep, die zich aangesproken voelt door de leuze ‘Rusland voor de (etnische) Russen’, groeit niet en bestaat uit ongeveer 7% tot 10% van de bevolking. Onder Russen jonger dan 25 jaar is dit percentage25% . In de grote steden ligt dit percentage voor dezelfde leeftijdsgroep hoger: 30%. Ook Russen met een goede materiële situatie neigen vaker naar nationalistische denkbeelden (23%).

De groep, die Rusland ziet als een multinationaal (multicultureel) land, waarin de Russen de meerderheid vormen groeit van 20% in 1997 tot 31% in 2000. Dit gaat deels ten koste van de ‘internationalisten’, die vinden dat Rusland het huis is voor vele volken met gelijke rechten. In 1998 bestond deze groep uit 64% van de bevolking. Nu is dat 48%.

Wanneer er interne conflicten uitbreken, wil slechts 20% van de bevolking zijn of haar leven aan het moederland geven. Wanneer het gevaar van buiten komt is 43% daartoe bereid. Deze percentages zijn de laatste jaren afgenomen.

De sympathie voor het westen (in de brede zin) stabiliseert zich. Het omslagpunt van overwegend positieve gevoelens in de jaren negentig was al merkbaar in 2000 toen het westen bij 53% van de bevolking een negatieve associatie opriep en bij 46% een positieve. Nu liggen beide percentages ongeveer gelijk. 35% van de Russen is van mening dat de relatie met het westen de laatste tijd verbeterd is. Slechts 17% heeft een tegenovergestelde mening.

In 1998 zag 4,4% van de bevolking NATO als een bedreiging. Een jaar later was dit 50% en nu is dit 76%. In 1995 had meer dan 77% van de bevolking een goed gevoel bij de Verenigde Staten. In 2000 was dat percentage al gedaald tot 37% en is sindsdien gelijk gebleven. Ontegenzeggelijk heeft het NATO ingrijpen in voormalig Joegoslavië de grootste invloed gehad op deze cijfers. De irritaties van de laatste jaren vallen daarbij in het niets.

Nu het goede nieuws: afzonderlijke Europese landen blijven goed scoren. Zo waardeert 72% van de Russische bevolking de verhoudingen met Duitsland als goed of zeer goed. Positieve gevoelens voor Groot Brittannië is de laatste jaren gezakt van ongeveer 64 tot 60%. Het woord ‘Europa’ roept bij 72% van de respondenten een goed gevoel op. Voor ‘Azië’ is dit 20% en voor ‘Amerika’ 30%. De Europese Unie scoort lager dan ‘Europa’ (59%)

Slechts 11% van de Russen wil lid worden van de EU, 18% wil in een nieuw opgerichte Sovjet-Unie wonen. 40% van de jongeren wil het eigen land niet voor lang verlaten. Ongeveer 33% zou wel tijdelijk in een Europese hoofdstad willen studeren of werken.
Een deel van de onderzoeksvragen werd beantwoord middels een elfpuntige schaal waarbij rechts het oosten en links het westen vertegenwoordigd. Het is opvallend dat zowel qua economie als het nationale karakter de meerderheid van de Russen zichzelf steeds meer westers begint te vinden.

West-Europa is voor de Rus vooral: welvaart, beschaving, mensenrechten, democratie en discipline. Rusland is voor de Rus vooral: patriottisme, spirituele waarden, crisis, cultuur en wederzijdse hulp.

Interview

De cijfers worden vergezeld van een interview met Mikhail Gorsjkov, de directeur van het sociologie instituut van de Russische Academie van wetenschappen: “ Terwijl in het begin van de jaren ’90 de Russen gefascineerd waren door het perspectief om opgenomen te worden in het collectief van geciviliseerde landen, formeert er zich nu een neoconservatieve stroming. In het massabewustzijn groeit geleidelijk de overtuiging dat de westerse weg voor Rusland niet zo goed is en dat de eigen cultuurhistorische eigenheid bewaard en ontwikkeld moet worden.“

“Russen erkennen de waarde van de democratie, maar zien het niet als een eerste levensbehoefte. … Voor de Russische burgers is niet zozeer de politieke, maar de sociaaleconomische component van democratie van belang (Wanneer de president zorgt dat steeds meer groepen in de samenleving in de welvaart kunnen delen, dan is hij volgens deze definitie een democraat, JM) Vrijheid betekent voor de meerderheid van de Russen niet zozeer politieke rechten als wel de vrijheidswens om eigen heer en meester te zijn.”

“We moeten deze nuances niet overdrijven. Wanneer Russen over democratie praten dan noemen ze als eerste: gelijkheid voor de wet voor alle burgers, onafhankelijk rechtspraak, politiek pluralisme, vrije verkiezingen . Slechts 27% is tevreden over de wijze waarop de democratie in hun land werkt. 72% is ontevreden.” (Het is interessant dit cijfer te vergelijken met de in een bovengaand bericht door Radzichovskii genoemde 64% van de bevolking, die tevreden is over het peil van de democratie. Ik neig te denken dat men wel tevreden is over de kwantiteit van de democratie(het peil), maar niet de kwaliteit (de wijze waarop). Daarvoor zou ik nog wel eens de precieze vraagstellingen moeten vergelijken. JM)

“De sociale structuur van de samenleving gaat steeds meer lijken op het model dat karakteristiek is voor zich stabiel ontwikkelende landen. De meerderheid van de bevolking voelt zich middenklasse en de groep van sociale outsiders is een relatieve minderheid. Psychologisch is het voor de Russen nu veel belangrijker te bevatten dat het land eindelijk uit de crisis geraakt, dan een democratie te verwerven.”
“De afgelopen vijftien jaar is er veel veranderd. Rusland en zijn inwoners zijn veranderd. De gangbare opinie dat ‘de kloof van waarden’ tussen Rusland en Europa groeit, wordt door onze resultaten niet bevestigd.”

“Ons nationaal bewustzijn is zeer tegenstrijdig. We zijn behoorlijk voorzichtig ingesteld jegens verschillende structuren van de hedendaagse globale wereld zoals NATO, IMF en WTO en we willen helemaal niet toetreden tot de Europese Unie. Russen zijn op dit moment eerder gematigde isolationisten dan voorstanders van integratie in een structuur. En al onze resultaten wijzen eigenlijk niet op een drang, maar meer een geneigdheid naar toenadering met Europa. Dit proces wekt geen wrevel op in de samenleving en veroorzaakt geen onnodige psychologische spanningen. We hoeven om Europa te begrijpen en te aanvaarden niet langer over ons zelf heen te stappen. Uiteindelijk zal de Europese weg zonder interne tegenstand door bijna alle groepen in de samenleving worden geaccepteerd. Vooral, wanneer deze weg niet uitloopt op voor de Russen overduidelijke en pijnlijke teleurstellingen. Maar dat hangt net zoveel van Rusland af, als onze partners in de internationale arena.

No comments: