7/3/08

Media

Een favoriet debatonderwerp van dit moment is de vraag of er sprake is van ‘een dooi.’ Tegenstanders vinden dat er pas over ‘een dooi’ gepraat mag worden wanneer Medvedev Poetin ontmaskert zoals Chroestjev met Stalin deed. Voorstanders hebben een, mijn inziens, wat positievere instelling; praten over een mogelijke ‘dooi’, is voor hen al een uiting van een nieuwe lente. Zo wordt er recent veel gepraat over de rol van de media.

Medvedev zei in het interview met Reuters: “Er is geen bijzondere vorm van controle op de media, die zich onderscheid van vormen van controle in ander landen. Ik moet herhaaldelijk zeggen dat de elektronische media, de gedrukte media en de zogenoemde nieuwe media volstrekt vrij zijn. Er bestaat natuurlijk redactioneel beleid, maar dat is een zaak die door het management wordt bepaald.”

“Ik vind dat we een volstrekt volwassen, eigentijdse televisie hebben, dat het leven in Rusland in al haar diversiteit toont; de politieke personages die nu op het Russische politieke toneel staan alsmede de problemen en de verworvenheden. In die zin is er geen probleem met een beperking van informatiestromen in Rusland, niet vandaag, niet gisteren en nooit in de toekomst. U hoeft daar niet aan te twijfelen. In elk land zijn er groepen politieke ‘loosers’, die overtuigd zijn dat de media niet vrij is, omdat zij zelf niet iedere dag in beeld komen. Dat is echter hun eigen probleem, niet dat van de media.”

Zo’n uitspraak kan verschillend worden geïnterpreteerd: Praat Medvedev een kromme situatie recht? Of poogt hij de media het zelfvertrouwen te geven dat nodig is om een eigen positie te durven definiëren?

Er is ook kritiek en niet alleen vanuit de oppositionele hoek. Politicoloog Chleb Pavlovskii zegt tijdens een ronde tafel conferentie over ‘politieke televisie’: “Het bijzondere redactionele beleid van de Russische televisie leidt tot een opmerkelijke discrepantie tussen het nieuws op de federale televisie en het nieuws in de gedrukte pers. Veel onderwerpen waarover in de pers wordt gedebatteerd vinden geen weerslag in de televisiejournaals. Bovendien negeren de televisiekanalen ‘reputatie aspecten’ en wordt de beeldbuis gedomineerd door een panel van helden uit de jaren ’90. Constructieve personen ontbreken, evenals de vertegenwoordigers van beroepsgroepen betrokken bij de innovatieve ontwikkeling.”(wetenschappers, ondernemers, JM)

De PR van Medvedev krijgt een uitbrander. Met Poetin, meester in de striemende repliek, was het eenvoudig tv maken. Medvedev verdient echter een andere aanpak, zegt Pavlovskii. Lid van de Maatschappelijke Raad en presentator Vitalii Tretyakov vindt dat “de nieuwe president op televisie wordt ‘vermoord’. Al die ontmoetingen met scholieren, met boeren en weefsters, die groter dan hem zijn. Hij weet niet waar hij met ze over moet praten. Elke keer valt hij maar weer terug op voetbal.” Persoonlijk vind ik het bovenstaande commentaar wat tendentieus. Beide heren aspireren duidelijk zelf een carrière op de televisie.

De nieuwe minister van communicatie Igor Sjegolev sprak op een internationale conferentie voor uitgeverijen in Moskou. Hij zegt overtuigd te zijn dat “brede toegankelijkheid van het Internet en andere digitale technologieën de vrijheid van het woord beter beschermt dan een nieuwe mediawet of aanpassingen in de constitutie. De vrijheid van meningsuiting wordt gegarandeerd door de informatiestromen die vermenigvuldigd worden door de technologie van de 21ste eeuw.“

Russische deelnemers op de conferentie voelden zich wat beledigd door uitspraken van de directeur van de wereld associatie van kranten. Timothy Bolding stelde dat slechts 9% van de Russische bevolking kranten leest. Dit tegenover 90% in Zweden. De Russen spenderen bovendien slechts 9 minuten aan de krant. De gemiddelde turk doet 57 minuten over het lezen van de krant. Ook noemde hij het cijfer dat 60% van de Russische bevolking voor censuur zou zijn. “Waarschijnlijk willen ze dat de staat hen voorschrijft wat te lezen”, concludeerde Bolding.

Het hoofd van Rospetsjat, de bijna monopolist op distributie van gedrukte media, reageert met humor: “Toen de vriendin van Lenin, Nadezjda Kroepskaja, in de jaren ’20 de strijd aanging met de ongeletterdheid, stelde ze dat Russen langzamer lazen dan Turken. Ik ben blij te horen dan de Russen nu sneller lezen.”

Rossiiskaja Gazeta is het oneens met de conclusies van Bolding. De behoefte aan censuur komt in deze context grotendeels overeen met wens voor een beperking van geweld en seks in de media. Voorts ontwikkelt de markt voor de gedrukte media in Rusland zich juist zeer goed. In het laatste jaar is het aantal gedrukte media groter geworden en is de waarde van mediabedrijven gestegen door meer investeringen, een groei van reclameopbrengsten en uitbreiding van de oplages. Vis a vis andere landen mag er dan wellicht minder gedrukte media gelezen worden, de trend is positief, aldus RG.

No comments: