6/4/07

Pluralisme

28 mei 2007
http://www.expert.ru/printissues/expert/2007/20/neizbezhnost_mirovogo_plyuralizma

Vladimir Pligin, voorzitter van de parlementaire commissies voor constitutionele wetgeving en staatsinrichting, pleit voor een sterke rol van nationale overheden in het globaliseringproces. Zijn ideeën zullen de lezer niet altijd even origineel in de oren klinken en wellicht doen terugdenken aan discussies over ontwikkelingsvraagstukken uit de vorige eeuw. Het is echter wel goed eens na te denken waarom deze geluiden nu weer klinken en waarom (ook) uit Rusland.

Alleen een globalisering gebaseerd op een platform globaal pluralisme met verschillende machtscentra, geeft de mogelijkheid om te spreken en om gehoord te worden, kan ons helpen om de zwarte vlek op de politieke wereldkaart in te kleuren en gebruik te maken van de voordelen die het proces van globalisering ons biedt.

De ecclesiast is ervan overtuigd dat er niets nieuws onder de zon te vinden is. Het globaliseringproces pretendeert in het licht van de geaccumuleerde historische kennis iets geheel nieuws te zijn in vergelijking tot de bestaande formules voor wereldorde. Men gaat er gemakkelijk vanuit dat globalisering onvermijdelijk leidt tot een verandering van het bestaande; een verandering van de huidige samenlevingsvormen naar iets nieuws. Men lijkt dit al als een voldaan feit te beschouwen. Het blijkt echter dat wanneer we de oude samenlevingsvormen afbreken er meer vragen oprijzen dan er antwoorden komen.

Globalisering is niet iets dat we kunnen overwinnen of iets waar we onszelf aan moeten overgeven. Aan de ene kant moeten we de gevaren minimaliseren en aan de andere kant de voordelen zien te benutten. Het industrieel en wetenschappelijk potentieel van Rusland, haar natuurlijke bronnen en menselijk kapitaal geeft ons land de mogelijkheid om actief aan het proces deel te nemen.

Pligin noemt een uitspraak van Thatcher waarin zij zei zegt dat politieke factoren de belangrijkste rol spelen in het globaliseringproces. Hij interpreteert de politieke factor binnen het globaliseringproces als het verkrijgen van de voordelen en de bescherming tegen de gevaren.

Er zijn de bekende gevaren; klimaatsverandering, competitie om natuurlijke bronnen, de marginalisatie van een deel van de wereld en een wereldbrede militarisering. Pligin is bezorgd dat de bescherming tegen deze gevaren vaak gezocht wordt in het scheppen van een enkel machtscentrum. Een dergelijk machtscentrum zou volgens hem leiden tot een nieuwe toren van Babel, een symbool van trots van de mensheid in zichzelf maar tegelijk de reden dat mensen elkaar niet meer kunnen begrijpen.

Een Russische filosoof zei eens: ‘Vooruitgang is niet hetzelfde als allemaal de zelfde richting uitgaan. Vooruitgang ontstaat op verschillende punten en bestaat uit de zoektocht in verschillende richtingen.’

Globalisering moet geen instrument zijn voor de monopolisering van macht en bestuur. De tegenovergestelde houding, die van een slachtoffer is ook niet goed. Het is voor Rusland van belang te bepalen wat globalisering is en waar de voordelen van het proces liggen.

Wie zijn het beste in staat om de voordelen van het proces te benutten? Pligin loopt het lijstje af: internationale organisaties, transnationale bedrijven en de nationale overheden. De laatste groep spelen volgens hem nog steeds de belangrijkste rol.

Om te illustreren dat nationale staten thuishoren in het globaliseringproces wijst hij erop dat globalisering in de praktijk niet alleen leidt tot mogelijke centralisatie maar ook autonomisatie. Hij wijst op het uiteenvallen van de Sovjet Unie, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië. Processen van autonomisatie werden vroeger vaak onderdrukt met militair machtsvertoon. Tegenwoordig moet men veel voorzichtiger te werk gaan. Terroristen kunnen immers relatief eenvoudig de hoofdstad van een ontwikkeld land treffen. Voorts zijn nationale staten vaak helemaal niet zo oud en eigenlijk de kinderen van het globaliseringproces of ten minste die van de late koloniale periode.

Het zijn nationale staten die migratiestromen reguleren, het zijn nationale staten die het gevecht met de brain drain aan moeten gaan. Het laatste proces is immers een belangrijke oorzaak van het ontstaan van pariah staten, staten die in een later stadium geen talenten meer leveren aan de universiteiten van de ontwikkelde wereld maar aan de krachten van het terrorisme.

De instituten die tijdens het globaliseringproces ontstaan kunnen de bestaande nationale overheden niet vervangen. Zij vormen slechts een buitenste schil maar zijn ineffectief en leiden tot een verval van beschaving in het gebied. Als voorbeeld noemt Pligin Afghanistan, de groei van de opiumproductie en de wapenhandel aldaar.

Met onder ander Afghanistan in gedachten wijst hij erop dat in het proces van globalisering subjecten (internationale instituten) en objecten (nationale overheden) in voortdurend contact met elkaar staan. Degradatie van de objecten is in de praktijk echter nooit voordelig voor het niveau van beschaving in het gebied. Centralisatie leidt via het ontstaan van beschavingsarme gebieden tot hernieuwde decentralisatie.

Alleen een globalisering gebaseerd op een platform van globaal pluralisme met verschillende machtscentra, geeft de mogelijkheid om te spreken en om gehoord te worden, kan ons helpen om de zwarte vlek op de politieke wereldkaart in te kleuren en gebruik te maken van de voordelen die het proces van globalisering ons biedt. Pligin introduceert daarom de term globaal pluralisme, de erkenning van het naast elkaar bestaan van verschillende politieke en sociale waarden.

Er moet een gezamenlijke bereidheid zijn tot deelname aan het proces van globalisering. Verschillende snelheden en verschillende niveaus van ontwikkeling moeten niet de reden zijn om van iedereen hetzelfde te verwachten en te eisen. Verschillen in benadering hoeven niet zo snel geïnterpreteerd te worden als een onrechtvaardigheid.

Maar wat te doen met staatsvormen die een zeer negatieve isolationistische politiek voeren? Uitschakeling van het regime, onderhandelingen of onverschilligheid? Pligin denkt dat het basiscriterium de gedragsvrijheid van andere politieke spelers zou moeten zijn zonder dat zij hoeven te vrezen voor hun fysieke liquidatie. Een slecht bestuurd land is echter in principe minder gevaarlijk dan een niet bestuurd land, voegt hij eraan toe. De ervaring in Irak wijst erop dat een ondoordachte liquidatie van de overheid tot veel onverwachte ellende kan leiden en dat het makkelijker is onderhandelingen te voeren met een centrale overheid dan met verschillende juridisch niet legitieme vertegenwoordigers van bendes die miljoenen mensen terroriseren.

Hij is van mening dat gezonde nationale staten bij machte zijn om de gevaren van het globaliseringproces te beteugelen en van de voordelen te profiteren, en zo enkele beschavingscentra van globalisering te stichten, die met elkaar samenwerken en andere staten met een gebrek aan interne bronnen kunnen helpen zich te ontwikkelen.

In de wereld mag er geen monopolie op de macht bestaan. En deze uitspraak heeft ook betrekking op projecten en gedachten. Het is een grote vergissing dat er slechts één centrum is voor de ontwikkeling van een nieuw product. Er zijn immers overal intellectuele centra: in Saudi Arabie, China, Rusland, India. Hun projecten hebben ook het recht om besproken te worden. Dat is globaal pluralisme.

Maar waar moet er gesproken worden? Na het afwerken van het rijtje internationale instituten concludeert Pligin dat zij praktisch allemaal gecontroleerd worden door de westerse samenleving. We moeten nadenken over de modernisatie van internationale instituten naar het concept van een globaal pluralisme, besluit hij.

No comments: