3/26/07

Evgenii Gontmacher: ‘ belasting op rechtvaardigheid’

20/03/2007
http://www.rg.ru/2007/03/20/spravedlivost.html


De auteur, Evgenii Gontmacher, leidt het onderzoekinstituut voor economie aan de Russische Academie voor wetenschappen. In deze open brief aan de Rossiiskaja Gazeta bespreekt hij naar aanleiding van de presentatie van het financieel beleidsplan 2008-2010, enkele mogelijkheden om het belastingsysteem rechtvaardiger te maken.

Het valt niet te ontkennen dat in onze samenleving de vraag om rechtvaardigheid steeds vaker klinkt. Preciezer gezegd gaat het om het herstel van rechtvaardigheid. Desalniettemin wordt het thema van de oligarchen, die op niet rechtmatige wijze hun miljarden hebben verkregen, voortdurend naar het tweede plan verwezen. Met de demonstratieve scheidslijn tussen de grote bedrijven en de invloed van de staat verdwijnen de maatschappelijke verwachtingen jegens de overheid naar de achtergrond. De overheid is immers niet in staat om rechtvaardigheid te verzekeren.

De mensen zijn in de eerste plaats geïrriteerd door twee zaken. Ten eerste is zelfs volgens de officiële gegevens het gemiddelde inkomen van de rijkste 10% van de bevolking 15,3 maal hoger dan het gemiddelde inkomen van die 10% die het minste van allemaal heeft. In de laatste jaren is dit dramatische verschil overigens niet afgenomen, maar nog groter geworden. Ten tweede geven de data van sociologen aan dat de helft van de bevolking zich slecht bedeeld voelt. Met dit in gedachten roept het enorme overschot op het budget en het van geld uitpuilende stabiliteitsfonds massale ontevredenheid op.

Hoe moet een verantwoordelijke overheid reageren op deze stemming? De overheid kan zich in de eerste plaats afvragen of de huidige belastingen wel rechtvaardig zijn.

We beginnen met de inkomensbelasting. Enkele jaren terug werd er een algemene, vlakke schaal van 13% ingevoerd. Gelet op de stemming, zien de mensen dit nog steeds als een onrechtvaardige keuze. Er zijn twee argumenten. Ten eerste, kunnen overmatige winsten niet op een eerlijke wijze verdient zijn. Ten tweede, vinden de rijken altijd een mogelijkheid om geen belasting te betalen. Hoewel het eerste argument duidelijk de sporen draagt van een Sovjet-‘vervlakking’, is het tweede argument in een groot deel van de gevallen op zijn plaats. De meerderheid van de Russische miljonairs en miljardairs (in dollars) verdient bijvoorbeeld helemaal geen salaris waarover 13% belasting afgedragen wordt. Zij zijn geen gehuurde werknemers maar eigenaars. De belangrijkste bron van hun inkomsten zijn dividenden waarover slechts 9% betaald hoeft te worden.

De invoering van een progressieve schaal, dat vanuit het oogpunt van de publieke opinie rechtvaardig lijkt, is voor een verantwoordelijke overheid echter onacceptabel. De zwaarste klappen vallen immers niet onder de zeer rijken maar in de gegoede middenklasse. Zij die zich dankzij hun eigen professionalisme en noeste arbeid verzekeren van een maandelijks inkomen tussen de 1500 -3000 euro. Het zijn juist deze mensen die als eerste in aanmerking komen voor een hypotheek. Voor deze mensen zijn ‘gezonde levenswijze’ en ‘gezinswaarden’ geen lege woorden. Zij werken immers om hun kinderen te verzekeren van goed onderwijs. Deze omstandigheid heeft, denk ik, een grote rol gespeeld in de beslissing van de president om de vlakke belastingschaal voor de komende jaren te handhaven.

De vraag aangaande de belasting op dividenden blijft staan. Een verandering is hier op zijn plaats. Het is alleen belangrijk die rechtvaardige grens te vinden tussen de multimiljonair voor wie een belastingpercentage van 20% geen gevaar voor zijn welzijn oplevert en de kleine bezitter van aandelen, die op beperkte wijze spaart voor mindere tijden. Denk bijvoorbeeld aan een gepensioneerde die twijfelt of hij een stukje Rosneft kan kopen.

Ik schreef al eerder over een rechtvaardige grens met betrekking tot de onroerend goed belasting. De vraag voor een herstel van rechtvaardigheid is reëel. De huidige belasting heeft een te sterk symbolisch karakter. En de opbrengsten komen in de gemeentelijke kas, die continu aan tekorten lijdt. De president sprak zich in zijn toespraak over het financiële beleidsplan 2008-2010 uit voor een verhoging van deze belasting op een wijze waarbij er voor de minder bedeelden niets zal veranderen.

Deze positie is volledig sociaal gerechtvaardigd. Maar de concrete details zijn essentieel. Gelijke huizen aan de Roeblev en de Jaroslav boulevard hebben andere prijzen. Ook moet er niet vergeten worden dat de marktprijs van onroerend goed vaak op kunstmatige wijze wordt vastgesteld door makelaars of bouwers. Van het triviale monopolisme, gekweekt uit de belangen van de ambtenaren, hebben we ons nog niet kunnen verlossen. En wanneer belastinginspecteurs verantwoordelijk worden voor het vaststellen van de hoogte van de belasting dan scheppen we slechts een nieuwe sector voor corruptie.

Net zoals bij de inkomensbelasting maak ik me zorgen om de middenklasse. Mensen die met harde arbeid geld verdienen voor hun huis of hun buitenverblijf, kunnen met een heffing confronteert worden die flinke schade toebrengt aan het gezinsbudget. Het is belangrijk dat de belasting geen straf vormt voor iets onbegrijpelijks. We moeten niet de grens van de sociale rechtvaardigheid vergeten. Nu het er naar uitziet dat de belastingheffing op onroerend goed belasting in de komende twee, drie jaar zal worden ingevoerd, is het wellicht verstandig eerst experimenten te voeren in enkele kleinere districten, die modellen kunnen vormen voor het diverse Rusland.

Nadenkend over de toekomst van de inkomensbelasting en de onroerend goed belasting, ben ik in de eerste plaats bezorgd over de gevolgen voor de middenklasse, die zich nu net een beetje begint te formeren tot een stabiele en significante bevolkingslaag. Het is verstandiger hen niet te plukken en hen te laten leven. Maar hoe kunnen we tegelijkertijd het geld verzamelen voor de steun aan invaliden, gepensioneerden en weeskinderen? We staan weer voor de vraag van de ESN (sociale heffingen) en het overschot op budget en het stabiliteitsfonds.

De sociale heffingen verzekeren de pensioenen, de uitkeringen tijdens tijdelijke arbeidsongeschiktheid, tijdens zwangerschap en geboorte, de uitgaven voor de verplichte medische verzekering. En om de één of nadere reden betalen we volgens een regressieve schaal. Tot een jaarlijks inkomen van ongeveer 9000 euro betaalt de werkgever 26%, maar boven de 18.000 euro betaalt de werkgever een zesde deel plus 2% over het bedrag boven de 18.000. Dit betekent voor een jaarlijks inkomen van 30.000 euro slechts 11.28%. Dit is mijns inziens niet sociaal rechtvaardig. Te meer omdat het zakenleven niet reageerde met een massale salarisverhoging toen de ESN drie jaar terug met 10% daalde. We zouden het ECN nog verder kunnen verlagen en tegelijkertijd een vlakke schaal in stellen.

Wat betreft het budgetoverschot, het stabiliteitsfonds is het net zo als met de inkomensbelasting. In onze samenleving heerst de verleiding om het geld uit te geven aan een eenvoudige verhoging van de pensioenen en salarissen. Dit gevaarlijke populisme vond een overigens niet gelijkwaardige vervanger in de nationale projecten. Aan de nationale projecten is immers slechts 10 miljard euro besteed, terwijl het overschot gepland is op 50 miljard en er in het stabiliteitsfonds al 100 miljard zit.

Wat nodig is zijn programma’s gericht op groepen mensen die het meest behoefte hebben aan sociale gerechtigheid. Waarom kunnen we bijvoorbeeld niet een deel van de rente op het stabiliteitsfonds gebruiken voor gratis hulp aan huis voor invaliden en ouderen? Of uit dezelfde bron extra medische voorzieningen betalen voor deze groep mensen en wellicht ook kinderen? Of kunnen we misschien eens en voor altijd het probleem met de gratis medicijnen oplossen en de technische hulpstukken (prothesen, rolstoelen)?

De vrijheid en welvaart waarvan we dromen, blijft een Utopia wanneer de samenleving wordt geplaagd door irritatie, jaloezie en gevoelens van sociale onrechtvaardigheid. Dit mag een verantwoordelijke politieke elite niet vergeten.

No comments: