12/27/07

Wetenschappers RAN over relatie Rusland - EU

http://www.rg.ru/2007/12/12/es-experty.html

Rossiiskaja Gazeta interviewt twee wetenschappers van het RAN over de verhoudingen tussen Europa en Rusland en het ontbreken van een gemeenschappelijke strategie voor samenwerking. Valentin Fedorov en Nikolai Sjmelev noemen twee sociaal-politieke vraagstukken waarbij Europa en Rusland in een verschillende richting bewegen.

(1) In de EU raken nationale overheden hun volmachten kwijt. Dit gebeurt enerzijds via decentralisatie in elk land van de EU afzonderlijk en anderzijds via de overdracht van volmachten aan Brussel. In Rusland wordt de verticale macht (van de nationale overheid, JM) juist ‘geperfectioneerd’. Volgens beide heren is deze politieke structuur, onafhankelijk van een concreet regime , inherent aan Rusland vanwege het enorme territorium en de lokale verschillen in de aanwezigheid van grondstoffen.

(2) In Europa veroorzaken de demografische cijfers en de noodzaak van immigratie die daaruit volgt interne spanningen tussen autochtone en allochtone bevolkingsgroepen. Het gaat , in mijn woorden, om de integratie van eerste en tweede generatie nieuwkomers. De natie zelf is echter een constante. Daarentegen is Rusland als erfgenaam van de Sovjet-Unie geen natiestaat waar etnische en geografische grenzen overeenkomen. De Russische Federatie kent van oudsher veel verschillende nationaliteiten binnen de eigen landsgrenzen en sinds het uiteenvallen van de Sovjet Unie ook een grote etnisch Russische diaspora in andere landen. De dimensies van het nationale vraagstuk liggen daarom anders.

Daarnaast zijn de lessen van het uiteenvallen van de Sovjet Unie nog vers en blijft de lading van separatisme inherent aan de multi-etnische Russische Federatie. “En vanuit het westen en de EU kunnen we niet anders verwachten dan de aanmoediging van die centrifugale (separatistische, JM) drang,” zeggen beide heren.

Beide vraagstukken; centralisatie/decentralisatie en multiculturaliteit en de natiestaat, zijn in deze tijd essentieel in zowel Rusland als de EU. De discours en de sociaal-politieke vector bewegen zich echter in een andere richting: “De EU en Rusland bevinden zich op andere oevers.”. .. “Er is geen enkel houvast voor een gezamenlijke strategie op deze punten. “

Een andere factor die bijdraagt aan het onbegrip is dat Europa ‘integratie’ (in dit geval van lidstaten en niet bevolkingsgroepen, JM) heeft gekozen als de vector voor het buitenlandse beleid. Dit is volgens beide heren een vorm van egocentrisme: “Zich isolerend van de globalisering, praktiseert de EU een zuivere vorm van regionalisme waarbij het haar partners de eigen voorwaarden van dialoog oplegt. Rusland is een waarnemer aan de zijlijn, geen deelnemer aan dit proces. Dit is - los van de vraag of dat goed of slecht is - een simpele constatering ,” aldus de wetenschappers.

Er zijn ook zaken die ons binden: “Het is niet nodig de wederzijdse afhankelijkheid en de wederzijdse interesse in elkaar te ontkennen. Deze is te vinden in andere sectoren: olie, gas, op wetenschap gestoelde goederen, ecologie, klimaat, veiligheid, cultuur, toerisme en uiteindelijk ook het Christendom. Dit moeten we niet alleen niet ontkennen, maar ook op allerlei wijzen propaganderen, cultiveren en koesteren, om zo de hierboven genoemde niet-compatibele, organische processen te compenseren. “

Over het buitenlandse beleid van Rusland: “Rusland doet zichzelf een groot voordeel met een ‘multivectoraal’ buitenlands beleid. Met een breed geopend raam richting het andere buitenland (bijv. China, JM) dwingt Rusland Europa om te concurreren voor de aandacht van Rusland. Dat de EU nog niet gewend is aan deze situatie blijkt uit de afkeurende houding ten opzichte van de start van de bouw van Russische pijpleidingen naar het Oosten. Europa is al lange tijd gewend aan het idee dat het een voorrecht heeft op onze grondstoffen. Terwijl de EU het belang van de diversificatie van energieleveranciers verkondigt, spreekt de EU zich tegelijkertijd uit tegen de diversificatie van Rusland’s energieconsumenten.”

De wetenschappers wijzen ook op de verschillende houdingen , die landen binnen de EU ten aanzien van Rusland hebben: Sommigen ervaren een ‘bijna soevereine angst’ voor Rusland en hopen op ‘de correctie’ van Rusland. Anderen roepen op Rusland niet in de armen van China te drijven. Een derde groep preekt een nieuwe fase van oostpolitiek: toenadering door middel van verstrengeling.

Naast het bestaande onbegrip zien Fedorov en Sjmelev nog een probleem voor de toekomst: “Wanneer Rusland in staat is de overstap te maken naar een innovatieve economie, wordt het een concurrent voor traditioneel Europese sectoren: machinebouw, informatietechnologie, toegepaste wetenschap etc. Dan vervalt de complementariteit van Rusland’s grondstoffen en de economieën van de EU lidstaten. Terwijl Rusland nu beschuldigt wordt van chantage door middel van energieleveranties, kunnen we binnenkort tegenacties verwachten zoals het beperken van toegang tot de markt van op wetenschap gestoelde goederen.”

No comments: